Hoe goed is Groningen vertegenwoordigd op kieslijsten van de Tweede Kamer?

Over drie weken is het weer zover: dan kunnen we stemmen voor een nieuwe Tweede Kamer. Dat roept de vraag op hoe goed Groningen vertegenwoordigd is op de kandidatenlijsten van de belangrijkste partijen. Het antwoord stemt hoopvol.
Samen met de NOS en andere regionale omroepen analyseerde RTV Noord de top twintig van de kandidatenlijsten van de achttien belangrijkste politieke partijen die kans maken op een of meer zetels. Het gaat om 354 kandidaten, van wie er vijftien uit onze provincie komen. Reken je dat om naar procenten dan gaat het om 4,2 procent van de geanalyseerde kandidaten.
Mocht je misschien denken 'wat weinig', dan valt dat op zich wel mee. Van alle Nederlandse burgers woont 3,3 procent in Groningen. Onze provincie is dus goed vertegenwoordigd.
Partijen zonder Groningers
Forum voor Democratie, JA21, de SGP, Denk en Bij1 zijn de partijen die géén Groningers in de top twintig hebben gezet. De andere partijen hebben er minstens één.
Overigens moeten die dan wel genoeg stemmen krijgen, want uitgaande van de huidige peilingen staan niet alle kandidaten op verkiesbare plekken. Datzelfde geldt voor Groningers die lager op de kieslijst zijn, en die niet in de analyse zijn meegenomen.
Lees verder onder de tabel. Klik op het pijltje rechts om de tweede pagina van de tabel te bekijken.
Van de drie Groningse kandidaten wonen er vier niet in Stad. Roelien Kamminga (VVD) komt uit Zuidbroek, Reinder Blaauw (PVV) uit Winschoten, Klaas Hamersma (50Plus) uit Hoogezand, Herma Hemmen (BBB) uit Ter Apel.
Ruim 70 procent kandidaten komt uit steden
Landelijk gezien komt 3,4 procent van de kandidaten uit plattelandsgebieden. De overwinning van BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen heeft zich dus nog niet merkbaar vertaald in emancipatie van het platteland. Zo'n zeven op de tien kandidaten komen uit stedelijke gebieden. De rest woont in gebieden die qua bevolkingsdichtheid tussen stedelijke gebieden en plattelandsgebieden in liggen, zoals wat grotere dorpen.
Volgens Kees Aarts, hoogleraar Politieke Instituties en Gedrag aan de Rijksuniversiteit Groningen, hangt vertrouwen in het functioneren van de democratie mede af van hoe goed groepen vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer. Daarbij gaat het niet alleen over uit welke provincie iemand komt, maar ook welke gender, opleidingsniveau, of eventuele (bi)culturele achtergrond iemand heeft.
'Groep bevingsgedupeerden is niet groot'
Toch: 'Die vertegenwoordigende functie werkt minder goed dan we denken', aldus Aarts. 'We hebben tegenwoordig zoveel partijen, dat je zou denken dat er voor iedereen wel een partij is die voor je opkomt.' Volgens hem valt dat tegen.
Als voorbeeld noemt hij de slachtoffers van de aardbevingsproblematiek in Groningen en de toeslagenaffaire. 'Landelijk gezien zijn die groepen niet zo groot, en voor partijen electoraal dus niet zo interessant. Op enkele parlementariërs na waren er lange tijd nauwelijks partijen die zich hierom druk maakten.'
En dat kan dus ten koste gaan van het belang van deze groepen. 'Als je als groep qua aantal niet veel gewicht in de schaal legt, dan dreig je vergeten te worden, en leg je het af tegen de grote meerderheid, die voor partijen electoraal veel interessanter is.'
Dát heeft volgens Aarts uiteindelijk te maken met macht. 'De politiek hangt aan elkaar van beloften en dingen doen voor mensen. Maar om dingen voor elkaar te krijgen heb je macht nodig.' En die krijg je volgens hem meer als er zoveel mogelijk mensen op een partij stemmen, waardoor partijen zich liever op grote groepen richten, dan op kleine groepen die de dupe zijn van slechte vertegenwoordiging in de Tweede Kamer.
Verantwoording
Voor deze analyse is gekeken naar de top-20-kandidaten op de kieslijsten van de politieke partijen die nu in de Tweede Kamer zitten, aangevuld met de partijen die nu nog geen zetel hebben, maar daar volgens de peilingen (enige) kans op maken. Op alfabetische volgorde gaat het om de volgende partijen: BBB, Bij1, BVNL, CDA, ChristenUnie, D66, DENK, Forum voor Democratie, GroenLinks/PvdA, JA21, NSC, Partij voor de Dieren, PVV, SGP, SP, Volt, VVD en 50Plus.
Voor deze analyse is gekeken naar de top-20-kandidaten op de kieslijsten van de politieke partijen die nu in de Tweede Kamer zitten, aangevuld met de partijen die nu nog geen zetel hebben, maar daar volgens de peilingen (enige) kans op maken. Op alfabetische volgorde gaat het om de volgende partijen: BBB, Bij1, BVNL, CDA, ChristenUnie, D66, DENK, Forum voor Democratie, GroenLinks/PvdA, JA21, NSC, Partij voor de Dieren, PVV, SGP, SP, Volt, VVD en 50Plus.
We kiezen voor de top-20 om het speelveld zoveel mogelijk gelijkwaardig te maken. Het is immers niet zinvol om volledige lijsten te analyseren van partijen die niet meer dan een handvol zetels zullen behalen.