Column: Dag van de doden in Warffum

Het is een regenachtige zaterdagavond, begin november. Een dode wandelt door Warffum, gekleed in lange, zwarte rokken, met rode bloemen in het haar en het gezicht geschminkt als een skelet. Ze klopt aan de deur van Cielito Lindo, het kleine Mexicaanse restaurant midden in het dorp.
Binnen is het warm en gezellig, alle tafeltjes zijn bezet. Ik ben er samen met mijn huisgenoten, we zijn hier toevallig beland omdat we uit eten wilden en kijken onze ogen uit. Er is een enorm altaar ingericht met brandende kaarsen, bloemen, groenten, fruit, portretten van overleden mensen. Het neemt minstens een kwart van het restaurant in beslag. Erboven hangt een groot portret van Frida Kahlo, die ons aankijkt met haar mysterieuze, donkere blik.
Hier wordt de Dia de los Muertos gevierd: de dag van de doden. Overal zijn doodshoofden te zien: in de kandelaars, op slingers langs de wanden, op de blauwe jurk van een klein meisje dat rondrent. Het is de uitbundige Latino-versie van ons Allerzielen.
We schrikken van de klop op de deur. Opeens is het stil. De ‘dode’ komt binnen, gevolgd door Mawi Hernandez, de Mexicaanse die het restaurant bestiert. Mawi kwam ooit voor Op Roakeldais naar Warffum en is nooit meer weggegaan. Voor het altaar blijven ze staan. Mawi steekt wierook aan, de rook wuift ze door de hele ruimte.
‘Deze geur’, zegt ze, ‘hangt vannacht op alle kerkhoven in Mexico. Mensen bezoeken het graf van hun dierbaren om over hen te praten en uitgebreid te eten en te drinken’. Mawi legt uit dat de als dode verklede vrouw ‘La Catrina’ voorstelt: een figuur uit het dodenrijk die zich tijdens de dag van de doden onder de levenden begeeft om hen te herinneren aan hun sterfelijkheid.
‘De doden’, zegt Mawi, ‘zijn niet weg. Zolang we nog aan hen denken en over hen praten zijn ze onder ons.’ Dat is een mooie gedachte, die echter nauwelijks helpt tegen het gemis vind ik. In die zin is elke dag een beetje van de doden, zeker voor de ouderen onder ons.
Met wat geluk gaan we zelf ooit gemist worden. Tot die tijd probeer ik te leven naar het motto van een jong overleden vriendin, die haar halve leven ziek was: ‘Maak er wat van!’. We heffen een glas tequila op haar en alle anderen die we verloren hebben. Deze mooie avond is bijna voorbij. En morgen gaan we er opnieuw wat van maken.