Olifanten helpen kinderen bij rouwverwerking

© Dierenpark Emmen
75 kinderen van de Bladergroenschool uit Groningen kregen dinsdag een bijzondere vorm van therapie. Olifanten moesten de groepen 7 en 8 helpen bij rouwverwerking.
Door het landelijke onderwijsproject 'Leven en Dood' van Yarden Uitvaartzorg leren kinderen aan de hand van olifanten spreken over dood en rouw.

Dierenpark Emmen

Het project wordt gehouden in dierentuinen door heel Nederland, dinsdag was Dierenpark Emmen aan de beurt. Ze keken naar een film over de olifantenstrijd in Sri Lanka.

Olifantenstrijd Sri Lanka

Olifanten rouwen om het verlies van hun familieleden, net zoals mensen dat doen. 'Ieder kind kent een olifant, van jongs af aan weten ze al dat iets met een slurf een olifant is. Door dat dier te gebruiken en te laten zien dat zij ook verdriet hebben, zien kinderen dat er raakvlakken zijn', vertelt olifantenexpert Marjo Hoedemaker.
In de film wordt Hoedemaker gevolgd. Vanwege de strijd om voedsel in Sri Lanka zijn niet alle bewoners van het land blij met de olifanten die soms eten stelen of oogsten verwoesten. Ze proberen de olifanten te verjagen, soms met de dood van olifanten tot gevolg.

Olifanten moeten kinderen laten praten

De bedoeling van het project is dat kinderen door het zien van verdriet bij olifanten, meer praten over hun eigen verdriet.
'Kinderen zijn van nature heel open en vooral ook heel nieuwsgierig. Ze willen weten hoe de rouwverwerking bij olifanten werkt en we hopen dat ze dat helpt als hun opa of oma overlijdt', zegt ritueelbegeleider Josephine de Bont.

Botjes in de slurf?

Behalve het praten over verlies en rouw mochten de kinderen ook vragen stellen over olifanten. Hierbij ging het niet alleen over dood en rouwverwerking, maar kwamen de meest uiteenlopende vragen naar voren.
Zo werd de vraag gesteld of olifanten botjes in hun neus hebben en hoe olifanten elkaar verkering vragen. Uiteindelijk bekeken de kinderen na de film de olifanten in het dierenpark in Emmen. Daar werd verder gepraat over de rouwverwerking.
Het project krijgt een vervolg, voor volgend jaar kunnen basisscholen zich nog aanmelden.