Prostituee hoort werkstraf eisen voor afpersen klanten

Een werkstraf van 180 uur en een een voorwaardelijke gevangenisstraf van een half jaar. Dat is geëist tegen een 32-jarige vrouw uit Groningen, voor het afpersen en beroven van twee mannen.
In 2013 werkte de vrouw als prostituee om drugs te kunnen kopen. Ze kreeg met een klant aan de Oliemuldersweg in de stad ruzie.De vrouw begon te tieren en twee bovenburen van de man kwamen haar te hulp. De klant werd vastgebonden en mishandeld. Zijn auto werd uiteindelijk meegenomen en twee weken later door de politie teruggeven.
Tegen de 40-jarige bovenbuurvrouw van het slachtoffer eiste de officier eveneens een werkstraf van honderdtachtig uur en een voorwaardelijke celstraf van zes maanden. De 28-jarige bovenbuurman zou wat betreft de officier zes maanden de cel in moeten voor zijn aandeel.
Ook een klant in Hoogezand kreeg het in mei 2013 met deze prostituee aan de stok. Voor de deur kregen beiden een meningsverschil over het vooraf betalen. De vrouw krabde, sloeg en schopte de man en zei dat haar vrienden in een auto, even verderop, wapens hadden. Volgens de officier was een poging tot afpersing bewezen.
In december van dat jaar graaide de vrouw een telefoon weg uit een huis waar ze op bezoek was. De bewoner wilde haar tegenhouden en kreeg twee vingers in zijn ogen gedrukt. Verduistering met mishandeling achtte de officier in dit geval bewezen.
De officier stelde ondanks deze ernstige feiten een werkstraf voor. De zaak heeft onnodig te lang bij het Openbaar Ministerie in de lade gelegen. Hiervoor had de officier geen geldige reden. In de tussentijd zijn de vrouwen behandeld voor hun drugsverslaving.
De rechtbank doet 19 juni uitspraak.