Agenten handelden uit noodweer bij schietincident Groninger Museum

© Niels Akkerman/FPS
De twee agenten, die eind januari betrokken waren bij het schietincident in de buurt van het Groninger Museum, handelden uit noodweer. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksrecherche in opdracht van het Openbaar Ministerie.
Bij het incident kwam een 23-jarige, verwarde man om het leven.

Wat gebeurde er op die avond?

De agenten schoten op de man die voorbijgangers met een mes bedreigde. Ze hadden de man eerst gesommeerd het mes te laten vallen. Dat deed hij niet en hij sloeg op de vlucht.
Nadat de man een stekende beweging richting een passerende fietser maakte, schoten de agenten de man in zijn benen. De man stopte niet, rende door en sprong bij het museum in het water.
Uit onderzoek is gebleken dat de man is overleden ten gevolge van fors bloedverlies, veroorzaakt door twee snijwonden in de halsstreek. De man is door een kogel uit een politiewapen in zijn linkerbeen geraakt. De kogel heeft volgens het onderzoek geen grote bloedvaten geraakt en heeft geen rol gespeeld bij het overlijden van de man.

Wat is noodweer?

Voor een beroep op noodweer is vereist dat er sprake is van een noodzakelijke verdediging van eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed tegen een ogenblikkelijke wederrechterlijke aanranding of een onmiddellijk dreigend gevaar voor zo een aanranding.

Dreigend gevaar

Volgens de Rijksrecherche was er sprake van onmiddellijk dreigend gevaar. 'De beide politiemensen hebben geschoten omdat de man andere personen met een mes (ernstig) bedreigde, waarbij een fietser net wist te voorkomen dat hij gestoken werd. Zij schoten dus om te voorkomen dat de man daadwerkelijk iemand met zijn mes zou raken. Daarbij schoten ze gericht op de benen. Het schieten was daarom in deze situatie gerechtvaardigd.'