Experiment tegen doodmaaien van duizenden veldleeuweriken

In Oost-Groningen is een proef gestart met een methode die het massaal doodmaaien van veldleeuweriken moet voorkomen.
In de jaren '70 waren er nog ongeveer een miljoen broedparen van deze vogel in Nederland.

Onder meer door de steeds intensievere veehouderij en het verdwijnen van bloemrijke akkers is dat aantal hard gedaald. Nu zijn er nog 30.000 paren over. Het grootste deel daarvan nestelt in Groningen en Drenthe.
'Als er niet snel iets gebeurt zal het aantal snel verder teruglopen' zegt Henk Jan Ottens van de Werkgroep Grauwe Kiekendief.

Levensgevaarlijk

Veldleeuweriken nestelen graag in graan, maar als dat te hoog is wijken ze uit naar grasland. Daarvan is, onder meer door het afschaffen van het melkquotum, steeds meer beschikbaar.
Maar dat grasland is levensgevaarlijk voor de jonge vogels.
15.000 dode kuikens
Ottens: 'Op dit moment worden er ieder jaar alleen in Groningen al ongeveer 15.000 duizend jonge veldleeuweriken uitgemaaid' . Met uitgemaaid bedoelt hij de vernietiging van kuikens tussen de scherpe bladen van maaimachines.

Massaslachting
Melkveehouders maaien in de zomer hun gras ongeveer om de maand om het te kunnen voeren aan hun koeien. Maar veldleeuweriken hebben ongeveer 45 dagen nodig om hun jongen groot te brengen. Dat betekent iedere keer weer een massaslachting als het gras wordt gekortwiekt.
Tijdens de proef in Oost-Groningen wordt er op grote stukken grasland om de 45 dagen gemaaid in plaats van om de maand. De melkveehouder krijgt hier een vergoeding voor.

Zenders

De werkgroep Grauwe Kiekendief onderzoekt of het broedsucces hierdoor groter wordt. Daarvoor zijn volwassen en jonge veldleeuweriken met zenders uitgerust. Zo kan worden gevolgd waar en wanneer de vogels gaan broeden en of het hen lukt de jongen groot te brengen.