Tik op de vingers noopt ALO-studenten tot blokken in de zomer

Het aantal studenten dat dit jaar tot nu toe is afgestudeerd aan de Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding van de Hanzehogeschool, de ALO, ligt lager dan normaal rond deze tijd.
Dat zijn er namelijk twintig. Vijftig anderen gaan in augustus in de herkansing. Vorig studiejaar hadden rond deze tijd tachtig studenten van dezelfde opleiding hun diploma al binnen.

Kwaliteitswaakhond

Een groot verschil, dat te maken heeft met het ingrijpen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, de NVAO. Deze kwaliteitswaakhond van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen vindt het niveau van de ALO-opleiding van de Hanzehogeschool onvoldoende.

Verbeteren

'Ze moeten hun administratieve taken verbeteren. Ze komen eigen procedures niet na en ze moeten een goede visie ontwikkelen op de functie van de sportleraar', legt woordvoerder IJda van Hout van de NVAO uit. 'Daarnaast moeten er onderzoeken gedaan worden. Deze onderzoekscompetenties moeten verbeteren.'
Dean Joan Janssens van het Instituut voor Sportstudies, waar de ALO onder valt, hecht ook steeds meer waarde aan onderzoek. De ALO is daarom ook al op de schop genomen.

Koprol, ringen en bok

Volgens Janssens zijn de tijden binnen het bewegingsonderwijs namelijk veranderd en moet de opleiding nu alle zeilen bijzetten om deze ontwikkelingen bij te benen.
'Waar vroeger misschien de koprol, de ringen en de bok voldoende waren, zien we nu steeds meer kinderen met obesitas en rugzakjes. De wereld van de gymdocent wordt steeds complexer en daar moet die leraar mee om kunnen gaan.'
Dat merken met name de studenten die in het laatste jaar van hun opleiding zitten en bezig zijn met afstuderen. Zij moeten aan nieuwe criteria voldoen, waarmee zij geen rekening hadden gehouden.

Tijdnood

En dat brengt veel van hen in tijdnood. Zakken ze in augustus weer, dan moeten ze langer studeren met alle kosten van dien. Janssens: 'Maar we gaan er vanuit dat verreweg de meeste studenten dit jaar afstuderen en dat we qua aantal op hetzelfde niveau komen als voorgaande jaren.'