'Eén zo'n buis weegt net zoveel als negenhonderd Volkswagen Polo's'

85 kilometer ten noorden van Nederland wordt in de zee gewerkt aan Gemini, één van de grootste windparken op zee.

Er worden 150 windmolens neergezet, verdeeld over twee vakken van 75 stuks. De molens zijn 150 meter hoog, maar vanaf het land niet te zien.

De molens worden midden op zee geplaatst, omdat het daar het meest en het hardst waait.
Eemshaven
Niet alleen op de bouwlocatie op zee is het druk; ook in de Eemshaven wordt koortsachtig gewerkt. Daar worden zeven dagen per week, 24 uur per dag onderdelen voor de bouw van de windmolens geladen. Vervolgens worden ze met speciaal voor dit werk ontworpen schepen naar de bouwlocatie gevaren.

Alle onderdelen van zo'n molen zijn groot en zwaar. Zo weegt de mono-paal, de buis die als fundering in de zeebodem wordt geslagen, negenhonderd ton. 'Dat is net zoveel als negenhonderd Volkswagen Polo's', zegt Michiel Pieterman van Van Oord. Dat bedrijf is de hoofdaannemer bij de bouw van Gemini.

Het duurt vijf maanden om de onderdelen voor de fundering op de plaats van bestemming te krijgen. Daarop worden vervolgens de windmolens geplaatst.

Met de bouw van het windpark is een bedrag gemoeid van 2,8 miljard euro.

De molens, die eind 2016 moeten draaien, produceren samen zeshonderd megawatt stroom. Dat is genoeg voor 1,5 miljoen mensen.