NOM: 'We doen juist wat we kunnen voor de noordelijke economie'

De Noorderlijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) is op zijn ziel getrapt. Gedeputeerde Patrick Brouns uitte maandag stevige kritiek op de ontwikkelingsmaatschappij. Maar de NOM is het daar niet mee eens.
Wat zei Brouns?

De ontwikkelingsmaatschappij steekt te weinig geld in de noordelijke economie. Ze blijven op de centen zitten. Ook durven ze bij de NOM geen risico te nemen, uit angst onder een bepaald rendement te komen.
De provincie kan dus maar beter zelf het heft in handen nemen bij investeringsbeslissingen, in plaats van het ministerie van Economische Zaken, de eigenaar van de NOM. Dat is, wat gechargeerd, de mening van gedeputeerde Patrick Brouns.

Niet mee eens

Maar financieel manager Geert Buiter van de NOM vindt dat zijn organisatie het onder de gegeven omstandigheden juist uitstekend doet. 'We moeten het geld op een verstandige manier uitgeven, anders hou je op den duur geen fonds over', zegt hij.

'Forse investeringen'

De gedeputeerde zou ook graag zien dat er meer geld gaat naar veelbelovende innovatieve bedrijven. 'Ook daarin investeren we fors', aldus Buiter. 'De helft van onze portefeuille bestaat uit starters en bedrijven die minder dan drie jaar bestaan. Ze hebben een risicoprofiel dat de banken heel vaak laten liggen. Wij stappen er dan toch in'.

Noorden wil meerderheidsaandeel

Momenteel hebben de drie noordelijke provincies ieder een honderdste procent van de aandelen van de NOM in handen. Het ministerie de overige 99,97 procent. Daarmee is de NOM de enige ontwikkelingsmaatschappij die nog bijna volledig in handen van het Rijk is.
Brouns is met zijn Friese en Drentse collega's dan ook in onderhandeling over een meerderheidsaandeel van de provincies.

Inbreng is gewens

Toch schrikt de NOM niet terug voor een stevige inbreng van de provincies. Buiter vindt het zelfs gewenst dat de Groningen, Friesland en Drenthe de meerderheid van de aandelen krijgen: 'Want dit is hun eigen gebied'. Ook denkt hij niet dat de provincies dan onderling gaan bakkeleien over de besteding van de NOM fondsen.

Zuiderzeelijn

Zo staat noordelijk gesteggel over de besteding van het compensatiegeld voor het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn hem nog vers in het geheugen, maar Buiter gaat er niet van uit dat de geschiedenis zich zal herhalen. 'Als ik zie hoe ze in de dicussie over het aandeelhouderschap van de NOM gezamelijk optrekken, heb ik daar vertrouwen in'.