Bureau Steinfort: 'Mijn handen zitten onder het bloed'

Het is april 2013. Het is al donker als ik mijn auto parkeer voor een loods op een verlaten industrieterrein ergens in de stad. 'Wacht hier, ik ben zo terug.' Ze stapt uit en trekt haar net iets te korte rokje naar beneden. Ik hoor het geluid van haar zwart gelakte naaldhakken op de stenen als ze opgaat in de nacht.
Na tien minuten komt ze weer naar buiten. In haar rechterhand een boodschappentas met de bevindingen van de politie in één van de meest bizarre Groninger moordzaken van de afgelopen jaren. Ruim tweehonderd pagina's dik. Het gaat om het dossier over de moord op Trevor Griffiths en Gudrun Kuster. Twee alleenstaande ouderen, die in een tijdsbestek van amper 24 uur op gruwelijke wijze zijn vermoord.
We nemen afscheid en ik rij naar huis. Af en toe kijk ik met een schuin oog naar de tas op de passagiersstoel. Ik kan niet wachten. Zodra ik het pak papier uit de tas haal, vult de geur van zware shag m'n neus. De pagina's voelen vettig aan. Her en der staan aantekeningen. Als ik nog één keer in de 'bigshopper' kijk, valt mijn oog op iets anders: een verdwaald stukje stof met tijgerprint. Het is een string. Welkom in de wondere wereld van straatprosituees, pooiers en drugsverslaafden.
Het dossier leest als een roman, met in de hoofdrol de 37-jarige Maikel S.. Een veroordeelde veelpleger zonder vaste woon- of verblijfplaatst. Hij wordt onderhouden door zijn vriendin, die als straatprostituee werkt. Kennissen omschrijven hem als een charmante verschijning met een vlotte babbel. Iemand die als geen ander weet hoe je mensen moet bespelen, optimaal misbruik maakt van het vertrouwen van de 'zwakkeren' in de samenleving. Hij besteelt zijn slachtoffers en kleedt ze waar mogelijk financieel uit. De opbrengst verdwijnt in zijn neus. Een verslaving, die hem uiteindelijk zal opbreken.
Want op vrijdag 18 januari 2013 zit hij kennelijk krap bij kas. Die dag worden de lichamen van twee mensen gevonden. De één ligt in de woonkamer van haar appartement aan de Oliemuldersweg in Groningen. Ze heeft een steekwond in haar hals. De ander wordt aangetroffen in de hal van zijn woning aan de Waldeck Pyrmontstraat in de stad. Hij ligt in een plas bloed. Zijn lichaam is in brand gestoken. Twee mensen op leeftijd. Twee kwetsbare ouderen die, onafhankelijk van elkaar, dezelfde inschattingsfout hebben gemaakt. Ze lieten Maikel en zijn vriendin toe in hun leven en gaven hen onderdak.
Op de dag van de dubbele moord doet Maikel meerdere belastende uitspraken. Zo belt hij een vriend en zegt: 'Ik denk dat die vrouw dood is. Mijn handen zitten onder het bloed'. En tegenover zijn vriendin: 'Baby, ik zit echt maar dan ook echt in de shit. Ik heb er een zooitje van gemaakt'. Ze legt daarover de volgende verklaring af. 'Hij was die ochtend heel vaag en in de war. Hij was ergens waar hij geld moest krijgen en daar is het uit de hand gelopen. Maikel moest geld hebben. Drugsverslaafden doen gekke dingen voor geld.'
Maikel doet zijn uitspraken later af als 'een schreeuw om aandacht' en ontkent elke betrokkenheid. Toch spreekt het bewijs allesbehalve in zijn voordeel. In zijn kleding en op zijn schoenen is bloed van beide slachtoffers aangetroffen. Bovendien was hij op het moment van zijn arrestatie in het bezit van mobiele telefoons en andere waardevolle spullen, die eigendom waren van Kuster en Griffiths.
Donderdag staat Maikel S. terecht. Het zou mij niet verbazen als het Openbaar Ministerie voor een levenslange gevangenisstraf gaat. Dat zou voor de derde keer in één week tijd zijn. Eerder deze week eiste het OM namelijk ook al levenslang tegen twee broers, in de zaak die de geschiedenis ingaat als 'de drievoudige Drentse roofmoord'. Het zou een unicum zijn voor de rechtspraak in Noord Nederland.
In Bureau Steinfort werpt misdaadjournalist Peter Steinfort elke woensdag om 20:30 uur een nieuwe blik op de misdaad en politie in Stad en Ommeland. Tips voor Peter?