Delfzijl wil duidelijkheid over Chemiepark, hoogbouw en gebiedsgerichte aanpak

Burgemeester Gerard Beukema van Delfzijl wil snel duidelijkheid over onder meer de risico's die bedrijven op het Chemiepark lopen bij aardbevingen.
De PvdA-burgemeester reageert daarmee op het vorige week gepresenteerde plan van aanpak van Nationaal Coördinator Hans Alders. In het plan staat veel over het verstevigen van woningen, maar een concrete aanpak voor de chemiesector ontbreekt.
Eerder deze week sprak het provinciebestuur zich al uit voor meer duidelijkheid voor de chemiesector.

Meer aandacht voor hoogbouw

Ook vindt Beukema dat er meer aandacht moet komen voor de hoogbouw en dan met name wat er op korte termijn moet gebeuren met de Vennenflat. Als het aan hem ligt, start begin volgend jaar in Delfzijl een proef waarin wordt gekeken naar de risico's en mogelijke aanpak van hoogbouw.
Snel duidelijkheid
'Er moeten concrete afspraken komen tussen bewoners, de NAM en de Nationaal Coördinator Groningen', zegt Beukema. 'De mensen moeten nu echt weten waar ze aan toe zijn en daar willen we op zeer korte termijn antwoord op.'

Holwierde, Spijk en Bierum
Een ander punt waar volgens Beukema nog over gesproken moet worden, is de gebiedsgerichte aanpak. 'Enkele dorpen vallen buiten het gebied dat volgend jaar het eerst wordt aangepakt. Zoals Holwierde, maar ook Spijk en Bierum. Wij vinden dat die dorpen ook in 2016 al geholpen moeten worden.'

Bevings- of mijnbouwschade?
Ook moet volgens de burgemeester duidelijkheid komen over de vraag wat nu precies bevingsschade is. 'Er is nu veel onduidelijkheid over deze term: is het bevingsschade of mijnbouwschade? De Nationaal Coördinator moet hierin stelling nemen, zodat mensen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden.'

'We blijven in gesprek'
Volgende week wordt Beukema's kritiek besproken in de Delfzijlster gemeenteraad. 'En denk nu niet dat ik deze kanttekeningen in een briefje naar Alders opstuur. We blijven continu met elkaar in gesprek en dan hopen we dat onze punten nog landen in het plan van de Nationaal Coördinator', zegt Beukema.