Nabestaanden kapers De Punt willen erkenning van feiten

© RTV Drenthe
Woensdag begint de rechtszaak die vijf nabestaanden van de Molukse treinkapers bij De Punt hebben aangespannen tegen de staat. Ze willen dat de staat erkent dat er bij de beëindiging van de kaping in 1977 fouten zijn gemaakt
Nederland was in juni 1977 bijna drie weken in ban van de kaping van de intercity Assen - Groningen. Na vruchteloze onderhandelingen eindigde de kaping met een gewelddadige bevrijdingsactie. Zes van de negen daders en twee onschuldige treinreizigers kwamen om het leven. 

Onderzoek

Uit onderzoek zou volgens de nabestaanden blijken dat de kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja bij de beëindiging van de kaping door mariniers zijn geëxecuteerd. 'Deze mensen waren totaal uitgeschakeld. Ze lagen in hun eigen bloed. Die had je gewoon kunnen aanhouden. Dan is het heel erg als je mensen gewoon doodschiet. Dat je het recht dus in eigen hand neemt', zegt mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld tegen RTV Drenthe. 
Toenmalig minister Ivo Opstelten zei eerder over het rapport dat de staat niets te verwijten valt.

Recht doen

Volgens advocaat Zegveld is het in deze zaak helemaal overigens niet om een schadevergoeding of iets dergelijks te doen. 'Het gaat niet om geld. Deze mensen willen gewoon dat er eindelijk recht wordt gedaan aan de feitelijke gang van zaken. Dat ze eindelijk die erkenning krijgen.' 

Verjaring

Inmiddels is de treinkaping alweer 38 jaar geleden en daarmee is de zaak eigenlijk verjaard, maar tegen die veronderstelling gaat Zegveld in beroep. 'Als je rapporten in een la stopt, ontneem je de nabestaanden ook om hun recht te halen dus wij gaan daartegen in beroep', aldus Zegveld.
De zaak wordt in eerste instantie schriftelijk gevoerd. Pas over een aantal maanden zal er een inhoudelijke zitting plaatsvinden in de rechtbank van Den Haag.