Meeuwenpoep voor walvisvaarders

Vlakbij het poolstation van de Rijksuniversiteit Groningen in Ny Ålesund bevindt zich een aantal graven van -naar wordt aangenomen- Nederlandse walvisvaarders.
De Hollanders waren in de eerste helft van de zeventiende eeuw erg actief in deze regio.

Scheurbuik

Maar velen haalden de thuisreis niet. Een groot deel van hen stierf aan scheurbuik, veroorzaakt door een tekort aan vitamine C.
Het aantal slachtoffers daalde toen de jagers er achter kwamen dat een plantje, het lepelblad, hielp de ziekte te voorkomen.

Meeuwen

Dat lepelblad groeit onder meer op een klif, niet ver van Ny Ålesund. Het gedijt daar prima vanwege de aanwezigheid van grote aantallen drieteen-meeuwen.
De vogelpoep, het nestmateriaalen de eierschalen vormen een prima voedingsbodem voor het plantje. Walvisvaarders kwamen vroeger dan ook naar de klif om lepelblad te 'oogsten', zodat ze de winter konden doorkomen. Meeuwen waren dus indirect van levensbelang voor de stoere Hollanders.

Rendierbloed

'Ook het drinken van vers rendierbloed hielp om scheurbuik buiten de deur te houden', zegt Maarten Loonen van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Gronngen.
Toch gingen nog veel walvisvaarders het hoekje om. De graven bij Ny Ålesund werden gelicht, en de stoffelijke resten werden herbegraven op een klein kerkhofje. Daar staat nu een herdenkingssteen voor de omgekomen Nederlandse walvisvaarders.

Contouren van een kist

Maarten Loonen ontdekte jaren geleden een ander graf dat door de werking van de vorst in de grond langzaam naar boven is gekomen. Vlak boven de grond zijn de contouren van een kist zichtbaar.
Dat graf wordt onberoerd gelaten. 'Maar ik kom hier ieder jaar om te kijken of ik botjes kan vinden', zegt Loonen.

Mee op expeditie

RTV Noord-verslaggever Steven Radersma is met onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen mee op expeditie naar Spitsbergen. Bekijk ook zijn vorige verslagen, van oudste naar nieuwste: