'Het is sexy om in de Groninger ICT-branche te werken'

De online startups schieten in Groningen als paddestoelen uit de grond. Tel daarbij op dat de ICT-sector in Noord-Nederland bloeiende tijden beleeft, zeker met de komst van IT-reus IBM. Welke kansen hebben werknemers in deze sector in onze provincie?
Door: Martijn Folkers

Het is het voorjaar van 2013. Wethouder Joost van Keulen verkneukelt zich bij het idee dat ICT-reus IBM zich gaat vestigen in Groningen. Eindelijk die gewenste impuls voor Stad en Ommeland op het gebied van werkgelegenheid, zo luidt de publieke opinie. Noord-Nederland moet ICT-talent gaan afleveren en daar moet de Hanzehogeschool van bestuursvoorzitter Henk Pijlman voor gaan zorgen. 'Ongeveer 80 tot 90 procent van de mensen die bij IBM gaan werken, zullen afgestudeerd zijn van de ICT-programma's van de Hanzehogeschool', zegt Pijlman bij de presentatie van IBM tegen RTV Noord.
Groot is dan ook de verontwaardiging, wanneer in september 2014 de Keuzegids HBO aankondigt dat ICT'ers voor werk vooral niet in Noord-Nederland moeten zijn. Marco de Jong, voorzitter van de Noordelijke Online Ondernemers, zegt dat de Keuzegids een 'blunder' maakt met die conclusie. Er is weldegelijk werk voor ICT'ers in het Noorden.


Verslaggever Jan Been maakte deze reportage van de komst van IBM naar Groningen, in juni 2013.


Behoefte neemt toe

Anno 2016 is dat beeld niet veranderd. Sterker nog, volgens Bix Jacobse staat Groningen er zeer goed op als als ICT-regio. 'Het is 'sexy' om in de IT-branche in het Noorden te werken', zegt hij.
Jacobse weet waarover hij praat. Hij is oprichter van Groningen Internet Exchange en bestuursvoorzitter bij Groningen Internet Valley. 'De wereld digitaliseert, en de behoefte aan mensen die dat ondersteunt, neemt enorm toe', constateert Jacobse. 'In het Noorden zie je dat ook terug. Je hoeft niet meer voor een goede baan in deze sector naar de Randstad. Het Noorden biedt prachtige kansen.'
Dat beeld onderschrijft Trijnie Faber, directeur van de afdeling Communicatie, Media en ICT van de Hanzehogeschool. De afgelopen maand heeft ze weer tientallen studenten van de afdeling ICT mogen feliciteren met hun diploma. 'Eigenlijk hebben ze allemaal al een baan', zegt ze. 'Er stromen per studiejaar zo'n 150 tot 200 studenten uit en de meesten worden tijdens hun afstuderen al gescout. Waar we bij andere opleidingen zien dat studenten naar de Randstad gaan voor een baan, blijven de ICT'ers in het Noorden.'

Goed imago

En dat Noorden heeft volgens Jacobse een goed imago opgebouwd in de rest van Nederland. 'Er wordt door een stad als Rotterdam met jaloezie gekeken naar Groningen als broeinest voor startups en IT-bedrijven. Daar waar wij vaak opkijken tegen de Randstad, is het op ICT-gebied juist andersom. Dat zorgt ervoor dat we de ICT'ers wat te bieden hebben.'
Volgens Faber is de noodzaak voor deze beroepsgroep om te verkassen niet zo groot. 'De bedrijven in de ICT bieden tegenwoordig zulke goede voorwaarden, dat starters graag willen blijven. En er zijn zoveel aantrekkelijke werkgevers voor deze groep, dat speelt ook mee. Denk aan IBM, maar ook aan Atos Origin, Centris en Quintor. Al die ICT-bedrijven langs de A7 richting Drachten, dat is het gebied waar onze studenten veelal aan het werk gaan.'

Grote vraag bij werkgevers

Er is dus behoefte aan ICT-talent. Veel talent, want er zijn banen. Faber noemt het voorbeeld Quintor, en een kijkje op hun website leert dat de vraag naar werknemers in de ICT groot is. Alleen al de vestiging Groningen van Quintor heeft vijf vacatures openstaan, om over de potentie van IBM maar te zwijgen. Scholen doen hun uiterste best om hun opleiding zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte van de ICT-bedrijven.
De komst van IBM is belangrijk geweest voor Noord-Nederland. Verslaggever Jan Been maakte de reportage over de start van het bedrijf in Groningen.

Volgens Faber doet de Hanzehogeschool er alles aan om middelbare scholieren en mbo-leerlingen te verleiden om een ICT-opleiding aan de instelling te volgen. 'Er is een groeiende vraag aan goede IT'ers uit het bedrijfsleven en daar proberen we als opleiding aan te voldoen', zegt ze. 'Bedrijven willen meer, meer, meer. En wij doen ons best onze studenten zo goed mogelijk op te leiden. En voor volgend jaar hebben we ongekend veel aanmeldingen van nieuwe studenten. Daar zijn zowel wij als de werkgevers erg blij mee.'

In gesprek met bedrijfsleven

Om de kloof tussen bedrijfsleven en onderwijs klein te houden, zorgen Faber en consorten ervoor dat ze in gesprek blijven met de bedrijven. 'We praten pakweg drie keer per jaar met elkaar', vervolgt Faber. 'Dat doen we tijdens grote bijeenkomsten, waar 30 bedrijven bij aanwezig zijn. We leggen onze ideeën aan hen voor en vragen wat ze ervan vinden. Ondernemers geven hun mening.'
Dat neemt niet weg dat het voor de Hanzehogeschool lastig is om aan specifieke wensen te voldoen. 'Bedrijven als IBM en Atos vragen zulke speficieke dingen, studenten die bij ons zijn afgestudeerd volgen daar een soort bedrijfsscholing, voordat ze er aan de slag gaan. IBM heeft bijvoorbeeld zijn eigen methoden. Studenten leren dan de basis op de Hanzehogeschool.'

Maatschappelijke gedachte

Faber erkent als geen ander dat Noord-Nederland de komende jaren zoekende blijft naar ICT-talent. Om die vraag te ondervangen is de IT Academy Noord-Nederland opgericht. Dat initiatief werpt zijn vruchten af, met 500 cursisten die onlangs slaagden. 'Het is bedoeld voor twee doelgroepen', zegt productmanager Mark Veldkamp. 'De eerste groep zijn mensen die worden omgeschoold naar ICT'ers. De tweede groep zijn werkenden die hun vaardigheden willen bijhouden.'
De IT Academy is voor de volwassenen het initiatief dat ertoe doet, voor de jonge leerders hebben de ondernemers Vincent Veenbrink en Robert Adema de startup I.Turn.IT opgericht. Wat ze doen? Ze doen een poging kinderen op de basisschool en tieners op de middelbare school interesseren voor de ICT-sector. 'We hebben lesprogramma's ontwikkeld en daarmee bezoeken we scholen', zegt Veenbrink. 'Eigenlijk is dit een uit de hand gelopen studentenproject, waar we verder mee aan de slag zijn gegaan. Het is begonnen vanuit een maatschappelijke gedachte: de marktvraag naar geschikt ICT-personeel is groot en wordt alleen maar groter.'
Wat Veenbrink betreft kunnen kinderen niet vroeg genoeg in aanraking komen met welke vorm van ICT dan ook. 'Jonge mensen sluiten vóór hun twaalfde bepaalde beroepsgroepen al uit', laat hij weten. 'Dus, je zult vroegtijdig moeten beginnen om ze te interesseren.'

Partners financieren startup

De werkwijze van Veenbrink en Atema slaat aan. Bedrijven hebben de startup omarmd. Partijen als de Gasunie, RDW en Groningen Seaport zien het nut van I.Turn.IT, ze steken er geld in. Veel geld, al wil Veenbrink niet zeggen om hoeveel geld het gaat. 'De bedrijven doen dit voor het maatschappelijke belang, maar ook voor het individuele belang. Op de lange termijn kunnen ze mogelijk de vruchten plukken van een groot aantal nieuwe ICT'ers.'
Ook Veenbrink erkent dat Groningen er goed opstaat als ICT-regio. 'Een aantal studenten zal terugkeren naar hun roots, om daar te gaan werken. Maar Groningen biedt voldoende kansen. Het gaat dus goed, maar dat moet je wel blijven ontwikkelen. En daarbij is de input van nieuw ICT-talent noodzakelijk.'