OM gaat naar de Hoge Raad om 112-bandje moord Veendam
Officier van Justitie: 'We willen duidelijkheid; kan het nu wel of niet?'
Het Openbaar Ministerie gaat naar de Hoge Raad om het bandje in handen te krijgen met daarop het 112-gesprek tussen moordverdachte Kasper B. en de meldkamer.
De rechtbank besloot vorige week dat de meldkamer de opname niet hoeft af te geven. De Veendammer verdachte meldt in de opname hoe hij zijn vermoorde ex-vrouw Hilly Rogaar zou hebben aangetroffen.
In het gesprek vraagt Kasper B om medische hulp. Daardoor valt de inhoud van het gesprek onder de geheimhoudingsplicht.
Principekwestie
Volgens officier van Justitie Pieter van Rest loopt het Openbaar Ministerie meer tegen dit soort zaken aan. Daarom stapt het OM meteen naar de hoogste rechterlijke macht. De Hoge Raad fungeert als een soort scheidsrechter, die kijkt of het proces goed is verlopen.
'Het komt vaker voor dat we dergelijke meldingen, die voor ons van belang zijn voor een onderzoek, niet worden afgegeven. En omdat we ook in de toekomst hier tegen aan gaan lopen leggen we de zaak voor aan de hogere rechters. Voor ons is dit nu een principe-zaak geworden', zegt Van Rest.
Emotioneel
De melding van een vrouw die in haar woning aan de Leidekkerstraat in Veendam dood in haar bed lag, kwam op 5 november vorig jaar binnen.
Kasper B. en zijn vrienin Liejanne H zitten vast als verdachten van de moord. Het OM wil op de tape horen wat er woordelijk is gezegd door Kasper B. en of hij emotioneel of juist rustig was.
Het onderzoek naar de dode vrouw loopt gewoon door, 'dit stagneert niet doordat wij de 112-melding niet krijgen', zegt Van Rest. De zaak was al aangehouden om B. psychisch te laten onderzoeken.