De toekomst van de warenmarkt: vers, eerlijk en heerlijk (deel 1)

© Theo Sikkema/RTV Noord
De eerste bekende vormen van een markt dateren uit het jaar 1040. Bijna elfhonderd jaar later worden in de provincie Groningen wekelijks ruim veertig markten georganiseerd. Dat waren er in het verleden beduidend meer. Is er een toekomst voor de markt? En wat zijn de ontwikkelingen op de plek waar vroeger je gulden een daalder waard was?

Door: Theo Sikkema

NoordZaken nam een kijkje in Eenrum en de Vismarkt in Groningen om de balans op te maken. Deel 1 gaat over de stand van zaken van de kleine weekmarkt. In Eenrum staan nog vijf kramen. De Vismarkt is met 180 stuks verreweg de grootste in de provincie Groningen.
Na een dalende trend is er sinds 2014 weer sprake van groei. CBS-cijfers laten zien dat de omzet in Groningen in 2014 ruim 25 miljoen euro bedroeg. Ten opzichte van 2013 een stijging van 2,8 procent. Landelijk werd ruim 1,1 miljard omgezet en bedroeg de groei anderhalf procent. Over 2015 zijn nog geen cijfers beschikbaar.
De weekmarkt in Eenrum is één van de kleinsten in de provincie Groningen. Op het Dorpsplein staan een kaasboer, een bloemenkoopman, een visboer, een groenteboer en een iemand die noten en zuidvruchten aan de man brengt.

'Stijgende lijn'

Henri van der Ploeg uit Grijpskerk is de notenboer. Hij was in het verleden kok en heeft sinds zeven jaar een kraam. 'Ik mag niet mopperen. Het nadeel is dat noten duur zijn. De wereldprijs is afhankelijk van de dollar. Toch zie ik wel een stijgende lijn. Er wordt meer per klant verkocht. We hebben goeie reclame gehad door meer aandacht voor de schijf van vijf. Ik denk wel dat het minder gaat worden.' Zo begon de 55-jarige markthandelaar in Buitenpost toen daar nog vijftien kramen stonden. Inmiddels zijn er nog maar vijf.

Is er een imagoprobleem?

De bestedingen variëren per gebied. Zo liggen de bestedingen in Eenrum volgens Van der Ploeg hoger dan in Ulrum, terwijl beide dorpen niet eens zo heel ver uit elkaar liggen.
Van der Ploeg is een aantal dagen per week op pad. Hij komt van Uithuizermeeden tot Buitenpost en van Burum tot Loppersum. Zijn motivatie is duidelijk. 'De charme is toch het contact met de mensen en het vrije leven. De meeste klanten ken ik wel bij naam.'

Notenhandelaar Henri van der Ploeg (foto: Theo Sikkema/RTV Noord)
De goedlachse handelaar is wel kritisch. 'We hebben misschien wel een imagoprobleem. We wilden een ander huis kopen, maar dan vragen ze wat je doet. Als je dan zegt ambulante handel dan doen ze al moeilijk, terwijl je goede omzetten kunt overleggen.' Van der Ploeg kreeg met pijn en moeite een lening.

Ook een ontmoetingsplaats

Mattie Bleeker is landelijk secretaris van de Centrum voor Ambulante Handel, CVAH en is ook nadrukkelijk betrokken bij de ontwikkeling van de markt in de stad Groningen.
'Een markt is formeel een markt vanaf acht kramen. Laat helder zijn dat deze vijf kramen voor Eenrum erg belangrijk zijn. Ambulante handel is een aanvulling voor leegstand in de detailhandel. Het is vaak een ontmoetingsplaats. De weekmarkt in Haren bijvoorbeeld is een kleine markt, maar heeft veel schwung en loopt zeker door tot in de koopavond.'

Ambulant profiteert van omvallende detailhandel

Volgens Bleeker is de slogan vers, eerlijk en heerlijk een hele belangrijke voor de toekomst. 'Dat gevoel heb je sneller op de markt dan bij de detailhandel. Het gaat ook om klantvriendelijkheid, persoonlijke benadering en sociale saamhorigheid.'
Bleeker denkt dat de ambulante handel gaat profiteren van de moeizaam functionerende detailhandel. Met name van omvallende winkels. Aan de andere kant heeft non-food het moeilijk op kleinere markten. Veel winkels verkopen alles en dat leidt tot branchevervaging.'
De conclusie van Bleeker is positief. 'Er is vooral door de vergrijzing sprake van een krimpend bestand, maar bedrijven worden wel krachtiger. Ik kijk positief naar de toekomst. Ambulante handel profiteert van de detailhandel.'

Hoe vergaat het de bloemenkoopman?

Harrie Heinkens uit Groningen hielp als vijftienjarige al mee op de markt. Inmiddels is het 36 jaar later en staat de bloemenhandelaar nog altijd op de kasseien zijn bloemen te verkopen.
'Het is anders geworden. Kleine markten zijn foodmarkten geworden. Kleding, stoffen en manufactuur zie je niet meer. Er komen ook geen nieuwe handelaren meer bij.'
Heinkens ziet nog een belangrijk verschil. 'Ik ben begonnen met een auto en een zelfgemaakte aanhanger. Nu moet het direct iets groots zijn. En om binnen een half jaar de loop op je kraam te krijgen valt ook niet mee.' Of het goed gaat met een markt is lastig te zeggen volgen de Stadjer. 'In Ulrum loopt het de hele dag door. Hier in Eenrum is het een stuk minder. Dit is mijn slechtste markt. Ik ga hier staan omdat ik in de buurt ben. Anders was ik hier echt niet.'

Bloemenkoopman Harrie Heinkens (foto Theo Sikkema/RTV Noord)


'Mensen moeten de markt waarderen'

Voor Heinkens is ook de vrijheid belangrijk. Elke dag is wat hem betreft weer anders. Zijn gebied varieert van Borger tot Roden en Uithuizermeeden. De glimlach verdwijnt van het gezicht op het moment dat hij met waarschuwende woorden komt. 'Mensen moeten het waarderen dat er nog markt is. Als de mensen wegblijven dan zeggen marktkooplui hier ook het kan niet meer. Het is ook een beetje een nutsvoorziening. Zeker voor oudere mensen.'

Hoe houd je de boel draaiende?

Ondanks drie decennia ervaring is er nog een andere conclusie. 'Ik heb wel eens het idee dat je het nooit leert. Op de veiling moet je van goedkope bloemen af durven blijven. De verleiding is soms groot, maar als het te goedkoop is, wil de klant het ook echt niet hebben hoor. Twintig jaar geleden was Eenrum een drukke markt. In mijn handel had je toen nog geen tuinmarkten en bloemen in supermarkten. We passen ons erop aan. Meer soorten bijvoorbeeld. Zo houden we toch het hoofd boven water.'

'Veel beter'

Jan-Henk Pruim heeft een groente en fruithandel. Vier jaar geleden had hij nog een rijdende
groente en fruitwinkel. 'Dit is veel beter. Ik krijg nu veel meer jonge klanten. Die kar was een hoge drempel. Het is uit de tijd. Iedereen wou dat je na vijf uur kwam. Als je nu de hele dag ergens staat komen ze langs wanneer ze willen.' Om nieuw op de markt te komen is wel een flinke investering nodig. Een nieuwe kraam kost minimaal honderdduizend euro. De kraam van Pruim is tweede hands en kost een stuk minder.

De kraam van groenteman Jan-Henk Pruim (foto: Theo Sikkema/RTV Noord)


De leegstand neemt af

De Ulrummer, die veelal de Marne regio als standplaats heeft, is optimistisch gestemd over de toekomst.
'Deze regio is vergrijzend, maar de leegstand neemt af. Huizen worden goedkoper en daar komen ook weer mensen op af. In Ulrum is de middenstand in ongeveer tien jaar tijd verdwenen, maar alles gaat op zijn plek vallen. Het wordt een woondorp en daar vinden we balans in.'

Onzekere toekomst, maar wel kansen

Volgens Pruim is gemiddeld genomen de diversiteit op de markt verdwenen. Kaas en groente blijven wel, maar de rest is hard teruggelopen.
'De toekomst is onzeker, maar ik zie volop kansen. Je moet verse producten bieden en onderscheiden waar je goed in bent. Niet met alle trends meehuppelen, dat kun je als kleine ondernemer niet bijhouden. Ik zie toekomst en plus qua omzet nog steeds een beetje. Vers biologisch spul rechtstreeks van de teler is gewoon lekkerder.'