'Een leraar is net een pak melk; daar zit een houdbaarheidsdatum op'

Jarenlang voor dezelfde groep staan op dezelfde school. Sommige leraren vinden dat prettig en vertrouwd. Maar je kunt er ook in vastlopen. Daarom wordt de 'mobiliteit van leraren' steeds meer gestimuleerd.
Nooit uitgeleerd
Hans Beeksma is een groot voorstander van het wisselen van werkomgeving. Hij werkte als leraar en later als directeur op basisscholen in het hele land. Op dit moment is hij directeur van de Clockeslach in Vlagtwedde. Hij zit daar nu twee jaar en in die tijd is er veel veranderd in het lerarenteam, dat bestaat uit twaalf docenten. Het merendeel hiervan werkt er minder dan acht jaar.
Door zijn gesprekken met leraren over het belang van mobiliteit, zijn drie leraren die er respectievelijk dertien, vijftien en twintig jaar werkten, vorig jaar van school gewisseld. 'Je moet mensen hier nooit toe dwingen. Je kan ze doen inzien wat het belang is van een wisselende werkomgeving, namelijk het verbeteren van jezelf door nieuwe invloeden. In het onderwijs ben je nooit uitgeleerd.'
Houdbaarheidsdatum
Zelf werkte Beeksma veertien jaar op zijn eerste school. 'Achteraf gezien was dat te lang. Een leraar is net als een pak melk; daar zit een houdbaarheidsdatum op.'
'Leraren vinden het vaak prettig om op dezelfde plek te blijven werken. Sommigen belanden ergens na hun studie en blijven daar tot hun pensioen. Het team wordt een soort familie en je weet precies hoe alles reilt en zeilt op school. Maar je kunt niet tien jaar op dezelfde manier lesgeven aan groep 8, omdat groep 8 inmiddels heel andere dingen nodig heeft dan tien jaar geleden. Het onderwijs verandert voortdurend en het is belangrijk dat leraren mee veranderen. Dat komt zowel het kind als de leraar ten goede', aldus Beeksma.
'Zo doen we dat hier niet'
Ellen Bannink zit in haar laatste jaar van de PABO Top aan de Hanzehogeschool. Ze komt het gebrek aan mobiliteit en de gevolgen daarvan tegen tijdens haar stages. Zo liep ze stage bij een juf die al ruim veertig jaar voor de kleuterklas stond. 'Zij zat helemaal vast in haar lesmethodes en voelde niks voor vernieuwende lestheorieën. Dat was voor mij heel lastig, omdat ik de lessen die ik voorbereidde zelden kon uitvoeren.'
Zo leert Bannink over het belang van het stellen van doelen en het samenwerken door leerlingen. 'Maar deze leerkracht was gewend om een veel vrijere benadering van kinderen te hanteren en ze was er bovendien van overtuigd dat iemand met minder ervaring haar niets kon leren. Haar enige respons op mijn ideeën over lesgeven was: 'Zo doen we dat hier niet'. Dat is wel heel frustrerend.'
Zelf denkt Bannink dat het misschien wel mogelijk is om ergens twintig jaar te werken en toch je manier van lesgeven te blijven innoveren. 'Als je elkaar maar durft aan te spreken binnen een school. Ga bij elkaar in de les kijken en geef elkaar feedback.'
Mobiel in ontwikkeling
Wim van Ewijk is intern begeleider op de Pendinghe in Stad. Hij werkt daar al sinds de jaren '80, maar wel in verschillende functies. Een uitdaging heeft hij er nooit gemist, net als een gebrek aan ontwikkeling. 'Mobiliteit is absoluut belangrijk in het onderwijs, maar mobiel zijn in ontwikkeling betekent niet per se fysieke mobiliteit. Je hoeft niet van school te wisselen om jezelf te ontplooien.'
Dit komt volgens Van Ewijk ook door het feit dat de verandering continu om je heen plaatsvindt, dus zonder dat je zelf verplaatst. 'Elk jaar komen er nieuwe leerlingen en nieuwe ouders met nieuwe wensen en verwachtingen. De Pendinghe is bovendien een meerkleurige school. Er komen veel kinderen van asielzoekers en vluchtelingen die nog geen woord Nederlands spreken en dat zorgt misschien voor meer uitdaging dan op een kleinere dorpsschool.'
Eigen instelling
Van Ewijk denkt dat het afhangt van je eigen instelling en dat het belang van overplaatsing daarom verschilt per leerkracht. 'We zijn een lerende organisatie waarbij we veel bij elkaar in de klas kijken en binnen de school wisselen tussen de onder- en bovenbouw. Als je voor de klas staat, moet je toekomst- en kindgericht zijn. Als je daar stimulans voor nodig hebt, kan een andere school een goede keuze zijn. Maar dan nog moet het vanuit jezelf komen, want van school wisselen betekent niet automatisch dat je je ontwikkelt.'