Kritiek en begrip in eerste reacties op sloop Oosterpoort

© Herman Hummel / Groningen in Beeld
Hoeveel panden met achterstallig onderhoud toveren de stadse burgemeester en wethouders nog uit de hoge hoed?
Dat is de eerste vraag die opkomt bij de CDA-fractie in de Groninger gemeenteraad na het horen van de plannen voor sloop van de Oosterpoort.

Jaarlijks tekort

Het cultuurcentrum kampt met een jaarlijks tekort van negen ton op het onderhoud. Het college wil daarom het gebouw over tien jaar slopen. Na Martiniplaza, de Papiermolen en het Stadhuis valt nog een onderhoudsprobleem het CDA rauw op het dak.

Positief

Na de zomer wordt duidelijk of de gemeenteraad akkoord gaat met de sloopplannen. Collegepartijen PvdA en GroenLinks laten weten dat zij de stukken nog moeten bestuderen. De grootste collegepartij, D66, is positief over de keuze van het college. De partij vindt dat problemen van de Oosterpoort op deze plek niet op te lossen zijn.
Dan gaat het met name om de geluidsoverlast en de verkeersdruk. Ook de vierde collegepartij, de VVD, snapt de plannen wel. De liberalen denken zo op het eerste gezicht dat de andere twee opties voor de Oosterpoort lapmiddelen zijn.

Drie toekomstscenario's

Het college heeft door een bureau onderzoek laten doen naar mogelijke toekomstscenario's. Het eerste is vijf jaar uitstel van het besluit en in de tussentijd alleen het noodzakelijke onderhoud doen.
In het tweede scenario wordt het gebouw over tien jaar gesloopt. In de tussentijd wordt alleen het hoognodige onderhoud gepleegd. Het derde scenario houdt in dat het pand nog zeker twintig jaar behouden blijft.

Gekozen voor sloop
Het college kiest voor sloop, omdat de Oosterpoort 'gedateerd is en uit zijn jasje gegroeid.' 

Conservatorium
De Hanzehogeschool laat weten dat het geen bezwaar heeft tegen de sloopplannen. Het naastgelegen conservatorium van de hogeschool rondt in het najaar een grote verbouwing af.
De keuze voor verbouw in plaats van verhuizen was mede ingegeven door de voordelen van het cultuurcentrum om de hoek. Maar bestuursvoorzitter Henk Pijlman maakt zich geen zorgen. 'Dat zien we over tien jaar wel weer. Op zo'n lange tijd kan je niet sturen.'