Commandant erkent schieten op treinkaapster De Punt (update)

© Wikipedia/Nationaal Archief
De marinier met code 2C erkende woensdag voor de rechtbank in Den Haag dat hij in 1977 de vrouwelijke kaapster van de trein bij De Punt van dichtbij had beschoten. Nabestaanden van de vrouw, Hansina Uktolseja, voeren een proces tegen de Staat, omdat ze denken dat zij is geëxecuteerd terwijl ze al weerloos op de grond lag.
2C was de commandant van zijn aanvalsgroep twee en zei dat hij met zijn mitrailleurwapen twee korte salvo´s op haar afvuurde, van ongeveer anderhalf tot twee meter afstand. Zij lag in een hoek van de restauratiecoupé waar 2C vlak daarvoor mondingsvuur had gezien.

Uzi

Hij wist zeker dat hij was beschoten. Na de actie zag hij ook kogelinslagen vlak naast de plek weer hij stond. In de coupé waar Uktolseja stierf, zijn echter geen wapens gevonden. 2C verklaarde stellig dat hij daarna een uzi zag liggen buiten de trein, ter hoogte van de keuken, waar ze overleed.
2C had al in een boek gezegd dat hij Uktolseja neerschoot, maar een andere marinier zei dinsdag dat 2C niet had geschoten.

Elfde en laatste

Marinier 2C is de elfde en laatste bij de actie betrokken marinier die zijn verhaal deed voor de rechtbank. Ze getuigen anoniem en zijn alleen voor de rechters zichtbaar. Dat gebeurt om hun veiligheid te beschermen.

Advocaat: 'Redelijk goed plaatje'

Advocaat Liesbeth Zegveld die namens nabestaanden van twee doodgeschoten Molukse treinkapers optreedt, vindt dat de verhoren van elf mariniers een 'redelijk goed plaatje' hebben opgeleverd. De verklaringen hebben volgens haar het vermoeden bevestigd dat er kapers zijn doodgeschoten zonder acute noodzaak. 'Ze hadden moeten worden aangehouden.'