'Het platteland drijft op de gezinsbedrijven. Houd ze overeind'

Het aantal boerenbedrijven in Nederland daalt en overblijvende bedrijven worden steeds groter. Als we niet oppassen staan investeringsbedrijven klaar om gezinsbedrijven over te nemen. Funest voor de leefbaarheid op het platteland, waarschuwt NoordZaken opiniemaker Doeko van 't Westeinde.
Door Doeko van 't Westeinde
Van de 55.000 landbouwbedrijven in Nederland hebben maar vier van de tien een opvolger. Slechts vier procent van het alle bedrijfshoofden in Nederland is jonger dan veertig. Het verschilt een beetje per regio trouwens. In mijn gemeente Oldambt bijvoorbeeld zijn vijftien van de 179 bedrijfshoofden onder de veertig. Dat is acht procent. Waarom is die leeftijd belangrijk? Dat is omdat bedrijven met een bedrijfsopvolger over het algemeen meer vernieuwend en op de toekomst gericht zijn dan afbouwende bedrijven.
Carrière
Jonge bedrijfsopvolgers hebben nog een hele carrière voor zich. Ze zijn daarom eerder bereid te investeren in nieuwe productiemethoden die vaak pas over de lange termijn lonend zijn. Daar komt bij dat stoppende bedrijven meestal worden verkocht aan bedrijven die door willen. Daardoor neemt de schaalvergroting onvermijdelijk toe.
Ook die schaalvergroting stimuleert vernieuwing omdat investeringen eerder worden terugverdiend naarmate een bedrijf groter is.
Ook die schaalvergroting stimuleert vernieuwing omdat investeringen eerder worden terugverdiend naarmate een bedrijf groter is.
Vanuit een bedrijf geredeneerd is schaalvergroting geen verkeerde ontwikkeling
Niet verkeerd
Ook mijn vader heeft in het verleden in grond van een stoppende collega geïnvesteerd. De vaste kosten die ik nu heb kan ik hierdoor verdelen over meer hectares. Schaalvergroting is daarom vanuit het bedrijf geredeneerd geen verkeerde ontwikkeling.
Geen vanzelfsprekendheid
Waar vroeger als vanzelf de oudste zoon in de familie het agrarisch bedrijf overnam, is dit allang geen vanzelfsprekendheid meer. Boer worden is een bewuste keuze geworden. Er zijn veel alternatieven en het werken voor kleine marges vindt niet iedereen een aantrekkelijk vooruitzicht.
Keerzijde
Doordat er minder bedrijfsopvolgers zijn, worden bestaande bedrijven groter en neemt het aantal bedrijven af. Daardoor worden ze ook minder makkelijk overdraagbaar. Dat heeft een keerzijde. Iedereen kan het zien aan het toenemend aantal leegstaande monumentale boerderijen in Groningen. De plattelandsgemeenschap wordt kleiner.
Er komt een moment waarop de bedrijfsstructuur van gezinsbedrijven, die nu de basis van de landbouw zijn, niet meer vol te houden is. Dan zullen investeerders van buiten de landbouw een rol gaan spelen op het platteland. Dit is een ongewenste ontwikkeling, zeker voor de leefbaarheid van het platteland.
Niet gewaardeerd
Ik vind dat er best wat meer waardering mag zijn voor de agrarische sector. Individuele ondernemers voelen zich niet gewaardeerd door de beweringen vanuit bepaalde activistische organisaties. Het imago lijkt bewust negatief neergezet te worden. Een eventuele bedrijfsopvolger moet sterk in zijn schoenen staan om ook dergelijke uitdagingen aan te gaan.
Vingers in de lucht
Maar de agrariërs moeten ook zelf laten zien dat ze trots zijn op hun vak. Dat ze meewerken aan maatschappelijke problemen zoals de klimaatverandering en energieproductie. Dat zijn dé vraagstukken van deze tijd. Wie wil daar nou niet mee aan de slag? Op de vraag wie er nog boer wil worden, zouden er daarom meer vingers in de lucht moeten gaan.