'Kinderen in het aardbevingsgebied zijn te lang vergeten'

Ze zijn bang, slapen slecht en voelen zich somber over de toekomst. Een kleine groep kinderen in Groningen heeft veel last van de aardbevingen.
Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek van kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer.
Ze constateert dat ook hulpverleners en andere professionals bij deze kleine groep grote problemen zien. Daarbij gaat het om overmatig piekeren, concentratieproblemen en controledrang. 
'Kinderen die al kwetsbaar zijn, bijvoorbeeld vanwege een verstandelijke beperking of problemen thuis, lijken volgens hen meer last te hebben van de aardbevingen', zo staat in het onderzoek.
Er is geen eenduidige op kinderen gerichte visie en aanpak
Kinderombudsvrouw

Te weinig aandacht

De ombudsvrouw concludeert ook dat er 'op alle fronten' te weinig aandacht is voor kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied. 'Te lang zijn de kinderen vergeten', vindt Kalverboer.
In het aardbevingsgebied wonen 30.000 kinderen en jongeren. Voor hen is nagenoeg geen aandacht. 'Er is geen eenduidige op kinderen gerichte visie en aanpak in onderzoek, beleid, en hulpverlening. De informatievoorziening is vrijwel uitsluitend toegespitst op volwassenen', zo staat in het rapport.

Eenduidige aanpak

De kinderombudsvrouw roept de betrokken autoriteiten op tot een eenduidige aanpak. 'Weeg de belangen van kinderen en jongeren mee in alle beslissingen en richt informatie over de aardbevingen en de gevolgen daarvan specifiek aan hen.'
Voor het onderzoek hebben 146 kinderen en jongeren een vragenlijst ingevuld. Ook is met veel kinderen gesproken. Dat is ook gedaan met belangenorganisaties, professionals en verantwoordelijke partijen.
Lang niet alle kinderen gaan er onder gebukt. Met name als er in hun huizen geen of nauwelijks schade is, speelt het geen grote rol.
Bij anderen juist weer wel: 'De meeste kinderen en jongeren geven in de gesprekken en de vragenlijst aan dat het goed met ze gaat. Ze groeien op in een liefdevol gezin, gaan graag naar school en wonen in een fijne buurt. Tegelijkertijd zegt een deel van hen last te hebben van de aardbevingen en de gevolgen ervan.'

Spanning bij ouders

Zo ontgaat het de meesten niet dat er iets gaande is. 'De aanwezigheid van schade-experts in huis veroorzaakt onrust, er is onzekerheid over mogelijke verhuizingen en ze hebben last van de leegstand en de sloop van gebouwen in hun directe leefomgeving. Een deel van de kinderen voelt spanning bij hun ouders', blijkt uit het onderzoek met als titel 'Vaste Grond Gezocht'.
Kinderen en jongeren weten vaak niet waar ze aan toe zijn
Kinderombudsvrouw
Professionals concluderen dat veel gezinnen onder druk staan. 'Zij zien ouders die in beslag genomen worden door schade-afhandeling en de versterking en minder beschikbaar zijn voor hun kinderen.'

Geen beeld

Kalverboer noemt het 'opvallend' dat er door hulpverleners en andere professionals 'vrijwel nooit' met kinderen over aardbevingen en de gevolgen hiervan wordt gepraat. 'Doordat er niet specifiek met kinderen en jongeren gesproken wordt over de aardbevingen, is er geen duidelijk beeld over hoe zij de aardbevingen en de gevolgen daarvan ervaren.' 
De kinderombudsvrouw beveelt scholen en hulpverlenende instanties in het aardbevingsgebied aan om de problemen samen te lijf te gaan. En ze vindt dat onzekerheid en overlast door schadeherstel, versterkingen en verhuizing zoveel mogelijk beperkt moeten worden: 'Kinderen en jongeren weten vaak niet waar ze aan toe zijn en dit levert veel onnodige onrust op. Ze gaan dan zelf verhalen bedenken. Zo sprak ik een meisje dat bang was dat, als ze terugkwam van vakantie, de NAM haar huis had afgebroken.'
'Kinderen ervaren dezelfde boosheid als volwassenen', gaat Kalverboer verder. 'Als ze nu al opgroeien met het idee dat de overheid niet te vertrouwen is, dan is dat niet goed voor de volgende generatie.'

Vervolgonderzoek

Wat de kinderombudsvrouw betreft blijft het hier niet bij. 'Om een breder beeld te krijgen van de situatie van kinderen en jongeren in het aardbevingsgebied is vervolgonderzoek noodzakelijk. Ook moet in lopende onderzoeken meer aandacht komen voor kinderen,' vindt de kinderombudsvrouw.