Hoe een oude vrouw een agente de schrik van haar leven bezorgt

Niet de kat uit het verhaal
Niet de kat uit het verhaal © JackPeasePhotography/ Flickr CC
'Elke agent heeft wel een herinnering aan een melding die hij of zij nooit meer vergeet.' Zo begint een opmerkelijk verhaal van de politie Stadskanaal op Facebook.
Agente Heidi Zoet van de politie Winschoten en Stadskanaal schrijft haar verhaal over een opmerkelijke zaak die ze meemaakt. Omdat het zo'n bijzonder verhaal is, plaatsen we het hier, met toestemming van de politie, volledig:

Veur t zootje…

'Het is maar even rijden naar het adres in het karakteristieke Oost-Groningse dorp. De melding belooft niet veel goeds. Een oude vrouw heeft zich opgesloten in haar slaapkamer en familie kan op geen enkele manier contact met haar krijgen. De verwanten zijn bang dat er iets ernstigs met haar aan de hand is, vertelt de meldkamer. Mijn collega en ik wisselen een blik van verstandhouding uit. De kans zit er inderdaad dik in dat het foute boel is. Zo rijden wij, de 30.11, naar de woning.'
'Ieder mens, of ie nou bij de politie werkt of niet, heeft wel iets met bepaalde groepen. Ik heb altijd al een zwak voor bejaarden, voor de écht ouderen onder ons. Gerimpelde gezichten waar een heel leven van wijsheid uitspreekt. Geweldig vind ik ze. Daarom ligt deze melding mij misschien ook wel iets meer dan anderen.'
'We worden opgevangen door de zoon en schoondochter van de bewoonster. Kort horen we hun verhaal aan. Dat de tijd is gekomen voor moeder, halverwege de 80 jaar, om naar een verzorgingshuis te gaan. Ze is beginnend dementerend, kwakkelt met haar gezondheid, kan niet zo goed meer traplopen en is simpelweg niet in staat om nog goed voor zichzelf te zorgen. Zoon en dochter doen hun best maar de zogenaamde mantelzorg wordt hun steeds zwaarder, eigenlijk te zwaar. Deze ochtend hebben ze haar dit verteld. De woorden kwamen hard aan.'
De mantelzorg wordt zoon en dochter eigenlijk te zwaar. Deze ochtend hebben ze het haar verteld. De woorden komen hard aan
Heidi Zoet - politie
''Dan wil ik niet meer leven,' had ze gezegd waarna ze zich in haar slaapkamer opsloot. Sindsdien is het muisstil in de slaapkamer. Doodstil, zogezegd.'
'Mijn collega en ik lopen de trap op, ik klop hard op de deur. Geen reactie, het is compleet stil aan de andere kant. Ik druk de klink van de deur naar beneden: afgesloten. We kijken of we via het raam van een aansluitende kamer iets kunnen zien, maar tevergeefs. Nogmaals heel hard kloppen en roepen. Er gebeurt niets, alleen maar stilte. Dan zit er niets anders op… de deur moet eruit en snel.'
'Normaal gesproken is het intrappen voorbehouden aan mijn collega's, omdat dit simpelweg beter gaat met schoenmaat 46 dan met mijn maatje 36. Deze keer is de deur voor mij! Ik kijk naar het punt waar ik wil trappen, hef mijn been en trap met alles wat ik in me heb. BAM! Met 1 trap er recht doorheen! (De eerlijkheid behoeft te zeggen dat de deur uit karton tussen twee laagjes fineer bestaat...). Ik draai de sleutel om door het gat.
Gespannen stap ik de kamer in, ik hoor alleen mijn adem.'
Gespannen stap ik de kamer in. Ik hoor alleen mijn adem
Heidi Zoet - politie
'Daar ligt ze, op haar bed met aan het voeteneinde een kat. Het beestje kijkt verstoord op en miauwt een keer naar me. Ik kijk weer naar de oude vrouw. Een lief, oud gezicht onder een bos grijze krullen. Een paar gerimpelde handen steken uit haar roze nachtjapon, gevouwen op haar buik. Alsof ze is opgebaard. Geen enkel teken van leven. Geen borst die omhoog komt omdat ze inademt. Geen spiertje dat beweegt in haar gezicht. Geen enkele reactie omdat juist met veel kabaal haar deur is ingetrapt, geen reactie terwijl ik haar naam roep als ik dichterbij kom.'
'Ze is dood, onmiskenbaar. Ogen diep weggezonken in de kassen, een wasachtige huid, een spitse, witte neus. Terwijl ik naast haar sta voel ik haar handen. Koud… Ik buig ik me over haar heen en zoek ik een hartslag in haar hals terwijl ik, eigenlijk tegen beter weten in, in haar oor roep: 'Mevrouw, hoort u mij?''
'Direct hierop slaat de 'overledene' haar ogen open, lacht haar tandvlees bloot en grijnst met krakende stem: 'Nee, ik hoor je niet.…''
'Nooit geweten dat ik zo hoog kon springen! In mijn leven heeft niemand me zo laten schrikken. Mijn hartslag gaat op slag van om en nabij de 70 naar pak hem beet 180. Een stevige vloek ontsnapt uit mijn binnenste.'
'Ik probeer te herstellen en ga weer naast de mevrouw staan, buig me over haar heen en roep in haar oor: 'Daar liet u mij even flink schrikken, mevrouw!''
'Guitig glinsteren haar oogjes, weer die tandeloze glimlach en dan hoor ik haar in onvervalst Gronings zeggen: 'Joa, doar had ik die even mooi veur t zootje hé.''
'Ik schiet in de lach, ga bij haar zitten en pak haar koude handen. Even later babbelen we over niks en alles. Zoon en schoondochter zijn ondertussen ook boven en we adviseren hen om contact op te nemen met de huisarts. We verontschuldigen ons nog voor de ingetrapte deur maar worden vriendelijk bedankt, allang blij dat hunvrees niet is uitgekomen.'
'Terug in de auto moet mijn lijf nog even bijkomen van de schok. Tegelijk stromen de tranen over mijn wangen van het lachen, misschien ook wel door andere emoties. Het politiewerk is mijn leven en oude mensen zijn te gek. Deze twee samen... hoe mooi.'
Lees het verhaal ook op de Facebookpagina van de politie in Stadskanaal.

Andere verhalen en columns: