Column: Rapper Boef hoort op Noorderslag

© RTV Noord
'In de nacht had ik autopéch, maar werd geholpen door een kech. Maar je gelooft nooit wat ik je zeg, want toen moest ik ineens weg. Omdat ik vrouwen had beledigd en me waarden had verdedigd, ben jij dus heel tevreden en wordt me lul erafgesneden.'
Deze en andere woordkakkerij kunnen we over twee weken tijdens Noorderslag horen in de Kleine Zaal van de Oosterpoort. Daar levert Rapper Boef dan zijn bijdrage aan het rijke palet van de Nederlandse popmuziek, begeleid door deuntjes die je ook uit het Vtech-pianootje van je jongste peuter kunt toveren. Rijmschema en metrum zijn nog slechter dan dat van een dementerende hulpsinterklaas en zijn teksten verraden de geestelijke diepgang van een pekinees. Neem bijvoorbeeld de enigmatische eerste strofe van zijn populaire liedje 'Habiba':
'Ha, jij bent vies maar ik doe gemener.
In de club, kom je moeder tegen.
En ik wil snel weg want we moeten wegen.
En je klant is geholpen, je moet vroeger wezen.'
En zo gaat dat tientallen regels door, als het betoog van een verwarde man die jou aanspreekt op straat en maar van geen ophouden weet. Niettemin staat Rapper Boef aan de top van de nationale pop en hoort hij in die hoedanigheid thuis op Noorderslag.
Blijkbaar vindt niet iedereen dat, want inmiddels hebben al zo'n 4000 mensen een petitie getekend om hem van het festival te weren in verband met de vrouwonvriendelijke uitspraken die hij recentelijk deed op YouTube. Had hij ze nou nog gerapt, dan was er niks aan de hand geweest, maar hij verkondigde in proza dat vrouwen die om acht uur 's ochtends nog met een drankje in de kroeg rondhangen eigenlijk kechs zijn. Hoeren. Sletten. Bitches. Dat zal je, als vrouw, maar gezegd worden door een 24-jarige aap met stuitende manieren en grootheidswaan.
Tegenwoordig hoeven vrouwen dat niet meer te pikken. Daarin worden ze terzijde gestaan door de moderne nationale inquisitie van zure Rechthabers en 'Social Justice Warriors' die dag en nacht paraat staan om een spoedtribunaaltje, liefst met afsluitende brandstapel, te organiseren. En dus wordt ook Rapper Boef op dezelfde sociale media waar hij zich zo misdraagt, terdege geroosterd en krijgt hij in de pers billenkoek voor zijn stoute uitspraken. 'Hey Boef, jij moet niet zo klagen, moest je er maar niet om vragen', zal hij later deemoedig in zijn memoires schrijven.
Maar van Noorderslag weren is wat anders. De heer Boef mag dan een nare man zijn met onfrisse opvattingen, en waarschijnlijk brengt hij ook zijn bibliotheekboeken stelselmatig te laat terug, maar hij is ook podiumkunstenaar. Een kunstenaar verbieden is principieel niet anders dan boeken verbranden. Niemand hoeft naar de optredens van Boef te luisteren, niemand hoeft de opruiende geschriften van Galileo Galilei te lezen, maar dissidenten, of het nou slecht opgevoede pubers zijn of genieën, moeten wel hun werk kunnen doen. Een organisatie mag op zijn beurt natuurlijk de artiesten inhuren die ze wil. Noorderslag wil een compleet beeld wil geven van de Nederlandse popmuziek en dus is het goed dat het festival de druk weerstaat om Boef af te zeggen.
En Boef, als je dit leest, kijk eens of je hier een leuk deuntje uit je First Sony bij kunt verzinnen: 'Ik sta hier nou op Noorderslag, nou dat had ik nooit verwacht, me auto staat nog steeds met pech, dus ik reed weer mee met kech, weet je dat is best wel een idee, neem allemaal een lifter mee. Vrouwen die zijn heus wel tof, ik heb de cholera ik heb de bof. 't Is heus niet om op te scheppen, maar niet elke halve zool kan rappen.'