Column: Vast op de wc. Klaas was er wel. Ik niet.

© RTV Noord
Ooit zat ik vast in de wc. Vast tussen muurtje en toiletpot. Dat had te maken met de kleine behuizing van het watercloset en meer nog met overmatig drankgebruik van een rooie tiener die stoer wilde doen tegenover zijn kameraadjes die het bier veel beter konden verdragen.
Geklemd in mijn netelige positie dacht ik eerst aan hulp, daarna hoopte ik erop en tenslotte smeekte ik erom. Je kunt mijn blijheid nauwelijks bevatten toen mijn moeder mij vond. Mijn moeder was er voor mij. Altijd.
Maandag had ik het druk.De grootste drukte begon even na drie uur. Op de redactie van Noord rinkelden de telefoons, puilde de bak met e-mails uit en was het gepiep van sms-jes en appjes niet van de lucht.
Een aardbeving. Een beste. 3.4 op de schaal van Richter.
Koortsachtig begon de berichtgeving. 'Bel jij het KNMI?' 'Godver, is er nu al iemand naar Zeerijp?' Ik tikte berichten over het epicentrum, over de eerste schademeldingen, dat er geen gewonden waren gevallen.
Ik vergat mijn eigen telefoon. Aan het begin van de avond racete ik naar huis. Ik hapte wat opgewarmde boerenkool met lauwe rookworst naar binnen, schraapte wat verhalen en boeken bij elkaar en racete door naar Blijham. Mijn telefoon racete mee in mijn broekzak.
In dorpshuis het Oude Wapen verhaalde ik over Lientje, over mijn tweelingbroer en over mijn moeder. 36 vrouwen van Nu hingen aan mijn lippen. Ik genoot van hun aandacht. En vergat bijna mijn telefoon.
Ik had hem onder mijn tas met boeken en verhalen gelegd. Ik slingerde bij vertrek - nog vol zelfgenoegzaamheid - de tas over mijn schouder. 'Vaalt die ook wat weg', zei een vriendelijke vrouw met een bloemstukje. Toen ik omkeek, zag ik 'm liggen, in het zwarte verfomfaaide hoesje: mijn telefoon.
In de gang naar de uitgang op weg naar de auto sla ik het hoesje open. Een regen van berichtjes verschijnt op het schermpje van de telefoon. Het bovenste berichtje is van Lientje. 'Kom je nog?'
Die middag miste ik berichtjes van mijn broer die midden in het aardbevingsgebied op de boerderij woont en die bij de knal van schrik en angst zijn armen ter bescherming boven zijn hoofd uitstrekte. Miste ik oproepen van Lientje op bezoek bij opa die getroffen is door medisch malheur. En ik miste een reeks oproepen van mijn moeder die samen met mijn vader enorm in de penarie zat.
Ik dacht aan het verhaal van Klaas Helmantel een paar weken geleden in de Noordmannen.
De broer van de kunstschilder was in vervlogen tijden een hele goeie schaatser. In het jaar dat de Oldambtrit kwam, was hij in topvorm. Zo goed, vond ie zelf, om de Oldambtrit te winnen. In dat jaar moest zijn vrouw ook bevallen van hun dochter. Sterker nog: op dezelfde dag van de Oldambtrit was ze uitgerekend uitgerekend.
Maar Klaas ging naar Scheemda. Hij zou en moest de klassieker tussen Scheemda en Termunten schaatsen én winnen. Een kleine kwartiertje voor de start van de Oldambtrit aan de Diepswal werd er omgeroepen dat Klaas Helmantel uit Westeremden, als de wiedeweerga naar huis moest. De weeën waren begonnen.
Klaas ging nog naar de starter of hij niet nu al het startschot kon geven, want dan kon ie het nog wel redden: 'Ik bin der zo weer ja'. Maar de starter stuurde hem weg. Naar Westeremden, waar hij precies op tijd aankwam om een wolk van een dochter geboren te zien worden.
'Aiglieks schoam ik mie der wel n beetje veur', zei Klaas daags na de uitzending van Noordmannen.
Klaas wilde iets zo graag dat hij bijna het allerbelangrijkste vergat. Dat gevoel had ik ook maandag toen ik alle berichtjes op mijn telefoon had gelezen. Maar er is een verschil. Klaas was er wel. Ik niet.
Ik was er niet voor mijn broer. Ik was er niet voor Lientje en opa en ik was er niet voor mijn vader en moeder. Die mij op dat moment heel erg nodig hadden.
Lientje was heel erg stil deze week. Het kopje thee aan het eind van de avond bleef achterwege en ook hoorde ik geen 'Moi hor laiverd' onder aan de trap als ze 's ochtends al heel vroeg naar haar werk ging. In haar stilte heeft ze zoals altijd gelijk.
Het is net als met mijn hachelijk avontuur op de wc en net als met Klaas. Om zijn woorden te gebruiken:
'Aiglieks schoam ik mie der wel n beetje veur.'

Erik Hulsegge