Omwonenden bezorgd over voormalige vuilstort die lekt: 'Wat een shitzooi'

De voormalige vuilstort is afgezet
De voormalige vuilstort is afgezet © Marco Grimmon/RTV Noord
Inwoners van Ten Boer en Woltersum zijn ongerust over werkzaamheden bij de voormalige vuilstort aan de Bouwerschapsweg. Die is rond 1980 afgedekt, maar onlangs bleek dat het chemisch afval zich mengt met grondwater. 'Wat een shitzooi', zegt omwonende Addy Dost.
'Het moet weg. Voor onze gezondheid en die van onze kinderen', zegt hij. Zijn buurman Cliff Mosselman sluit zich bij Dost aan. 'Waarom eerst wachten tot iemand ziek wordt? Waarom? Haal het gewoon weg!'
Volgens gedeputeerde Nienke Homan van de provincie is er geen direct gevaar voor de gezondheid. 'Op het moment dat er gevaar zou zijn, grijpen we direct in. En dan nemen we maatregelen.'

Geldkwestie?

De beide buren vermoeden dat het te maken heeft met geld dat de boel nog niet is opgeruimd, maar Homan spreekt dat tegen. 'Als we het leeg moeten halen kost dat inderdaad geld, maar dat is niet de hoofdzaak van de afweging. Het gaat erom dat je wilt dat het hier schoon en veilig is.'
Cliff Mosselman (links) en Addy Dost (Beeld: Marco Grimmon/RTV Noord)

'Niet voldoende idee'

Medio jaren 60 werd de plaats gebruikt als stortplaats. Er ligt naar schatting 6000 ton chemisch afval. Begin jaren 80 werd de boel afgedekt met laagje bitumen. Er is een lijst met wat er is gestort, maar het is niet bekend hoe de stoffen na al die jaren onder de grond reageren.
De provincie weet niet wat er nou precies in het grondwater lekt. 'We willen er meer van weten, voordat we zeggen wat je precies met deze locatie kunt doen', stelt Homan. 'We hebben onvoldoende inzicht wat er in de grond zit om te weten wat we ermee moeten doen.'

Openluchtzwembad

De vuilstort bij Woltersum is een voormalig openluchtzwembad. Homan: 'Dat dempten ze vroeger gewoon met afval, dat zouden we nu nooit meer zo doen.'
Dost kan zich nog goed herinneren dat het er vroeger flink stonk op de plek. 'Als we er in de jaren 70 met de fiets langskwamen als kwajongens, ging je heel hard trappen. En als je er voorbij was, kon je weer ademhalen. Toen lag het allemaal nog open. Dat stonk verschrikkelijk.'