Europees Hof doet uitspraak over Bristol in Appingedam

De leegstaande ruimte waar de Bristol naartoe wil
De leegstaande ruimte waar de Bristol naartoe wil © Steven Radersma/RTV Noord
Een winkel als kleding- en schoenenzaak Bristol moet zich in principe kunnen vestigen op bedrijventerreinen aan de rand van een stad of dorp. Alleen als er heel goede redenen zijn mag een gemeente dat weigeren.
Dat zegt het Europees Hof in een zaak tegen de gemeente Appingedam die is aangespannen door het Sappemeerster bedrijf Visser Vastgoed. 

Verpaupering

De gemeente weigert al jarenlang een Bristol op het Woonplein toe te staan in een pand van Visser, omdat ze vindt dat kleine detailhandel moet plaatsvinden in het centrum. Meer winkels aan de rand van Appingedam zouden verdere leegstand en verpaupering van het stadshart in de hand werken. 

Motivering

Het Europees Hof bepaalt nu dat winkels alleen geweigerd mogen worden als er zwaarwegende argumenten zijn. Visser Vastgoed verwacht dat Appingedam niet kan voldoen aan die motiveringsplicht. 
De Raad van State moet nu een definitief oordeel vellen. De zaak kan grote gevolgen hebben voor soortgelijke gevallen elders in het land.