Het erbarmelijke verhaal achter de Groninger baksteen

De cover van het boek Tiggeljong. Inzet linksboven: auteur Jan Bos uit Bedum.
De cover van het boek Tiggeljong. Inzet linksboven: auteur Jan Bos uit Bedum. © René Walhout/RTV Noord
Na drie jaar lagere school staat de 13-jarige Yp op het land bij Onderdendam om klei te spitten voor de steenfabriek. Samen met zijn vader moet hij het arme gezin draaiende houden.
Het is het lot van veel jonge Groningers in de tweede helft van de negentiende eeuw. De steenindustrie viert hoogtijdagen terwijl de arbeiders amper het hoofd boven water kunnen houden.

Groningstalige roman

De tachtigjarige Jan Bos uit Bedum schreef een bijzondere Groningstalige roman over het leven in de baksteenindustrie. 'Tiggeljong, het verhaal van Yp, de steenfabrieksarbeider' is de titel van de historische roman. Hij maakte daarbij gebruik van verhalen uit zijn eigen familie en zocht allerlei archieven af naar informatie over het sociale leven van de baksteenarbeiders.

Miljoenen bakstenen

Rond 1900 telde onze provincie tientallen steenfabrieken. Op die van Strating in Pekela na zijn ze allemaal verdwenen. Daarmee leken ook de verhalen van de arbeiders die de miljoenen Groninger bakstenen maakten te verdwijnen.
'De boeken die er zijn over de baksteenindustrie zijn allemaal geschreven in opdracht van de directies', vertelt Bos in zijn huis in Bedum. 'Over het sociale leven van het personeel wordt daar weinig in beschreven.'
Kinderen van een jaar of dertien gingen aan het werk. Zestien uur per dag, zes dagen in de week
Jan Bos - schrijver

'Je houdt het niet voor mogelijk'

Dat het een zwaar leven was, wist Bos uit de verhalen die hij vroeger zelf hoorde. 'Het waren vaak grote huishoudens, bestaande uit acht tot tien kinderen. Er was geen geld voor onderwijs. Als de kinderen een jaar of dertien waren gingen ze aan het werk. Zestien uur per dag, je houdt het niet voor mogelijk. En dan zes dagen in de week. Ben je dertien jaar en sta je in de klei te spitten. En zo kom je dus niets verder in het leven. Ze verdienden zestien stuivers; daar is geen onderwijs van te betalen.'

'Jullie kunnen allemaal een staart krijgen'

In Tiggeljong beschrijft Bos hoe het beter betaalde werk in de fabriek werd uitgevoerd door Duitse seizoenarbeiders. Die verdienden meer dan de Groningers in de klei en deden er alles aan om hun beter betaalde plek in de steenfabriek te behouden. Voor de Groninger kleispitters was het daardoor onmogelijk om sociaal en maatschappelijk vooruit te komen.
'In mijn roman heb ik de hoofdrolspeler Yp dat wel laten doen', geeft Bos aan. 'Yp zegt: jullie kunnen allemaal een staart krijgen, ik wil verder, ik heb verkering en wil een huisje kopen voor 'mien wichtje''.
Tiggeljong wordt dinsdagavond gepresenteerd in het dorpshuis van Onderdendam.