De Luizenmoeder: lekker lachen om jezelf?

© Lex van Lieshout/ANP
Nog één aflevering met bloopers te gaan en dan zit het eerste seizoen van De Luizenmoeder erop. De tv-serie is een hit. Veelgehoorde reden: het is zo herkenbaar. Maar wat herkennen we precies? En als wij als ouders de serie hilarisch vinden, waarom gedragen we ons dan zo?
Jacomine Meyling is opvoedcoach en heeft een eigen praktijk voor opvoedingsondersteuning, Ouders & Co in Middelstum. Zij ondersteunt ouders in allerlei soorten en maten. En ze is één van de 3,5 miljoen kijkers van De Luizenmoeder. Wij leggen haar een aantal vragen voor over de serie en over onszelf als ouders.

1. De grote rol van ouders

In De Luizenmoeder gaat het vooral over de relatie tussen ouders en leerkrachten en niet zozeer om de kinderen. Hoe komt het dat ouders tegenwoordig zo'n belangrijke rol spelen op de school van hun kinderen?
Meyling: 'Dat ouders veel meer bij school betrokken zijn dan vroeger, past in onze huidige samenleving waarin minder automatisch respect is voor gezag. Wij zijn onderwijsconsumenten geworden. Als ouders gaan we de discussie aan met leraren over hoe het anders en beter kan.'
'Daarnaast doet het onderwijs, vanwege krapte in tijd en budget, een toenemend beroep op ouders. Voor aanvullende activiteiten, zoals projecten, feestdagen, lezen en luizen, worden ouders gevraagd zich in te zetten.'
Sommige ouders zijn zo bepalend op school, dat je er als ouder met iets minder tijd niet tussenkomt
Jacomine Meyling - coach

2. De hiërarchie: van luizenmoeder naar schoolreisbegeleider

In de tv-serie zie je een hiërarchie onder ouders, waarbij de luizenmoeder onderaan de ladder staat. Bestaan die verschillen in werkelijkheid ook en hoe zijn die ontstaan?
Meyling: 'Er zijn inderdaad grote verschillen tussen ouders. De meesten werken en hebben weinig tijd om iets op school te doen. Anderen zien school als een zinvolle dagbesteding en tussen die twee uitersten zitten allerlei soorten ouders. Er is soms weinig begrip voor elkaar. Als je er niet bent, heb je ook geen stem en gaat het over jou. Zo keihard kan het zijn. Sommige ouders zijn zo bepalend op school, dat je als ouder met iets minder tijd of mondigheid nergens tussenkomt en dus niet wordt meegevraagd op een schoolreisje.'
De voorbeelden van De Luizenmoeder komen allemaal voor, maar gelukkig niet allemaal tegelijk op één school
Jacomine Meyling - coach

3. Kliekjes

Kun je als ouder ontkomen aan de 'kliekjes' op het schoolplein en aan hun 'eigenaardigheden' of word je sociaal gedwongen om er aan mee te doen? (Bijvoorbeeld aan het eind van het schooljaar een cadeautje meenemen voor de juf of meester, omdat je niet wilt dat jouw kind als enige met lege handen staat.)
Meyling: 'In De Luizenmoeder worden dit soort voorbeelden prachtig uitvergroot. Ze komen allemaal voor, maar gelukkig niet allemaal tegelijk op één school. Een rustige directeur of sociaal vaardige leerkracht kan ouders helpen om het niet te bont te maken, maar ouders corrigeren elkaar soms ook op een positieve manier. Het is in ieder geval belangrijk dat je elkaar niet gaat overtreffen of tegen elkaar op gaat bieden met traktaties en cadeautjes. Ga die concurrentie niet met elkaar aan over de hoofden van je kinderen.'

4. Participizzamiddag

Het lijkt wel of ouders hun eigen sociale leven steeds meer op school zoeken. (Denk aan de 'participizzamiddag'.) Is het niet meer van deze tijd om uitsluitend iets met je eigen gezin te doen?
Meyling: 'De school is in principe het domein van de leerkrachten en de kinderen. Problemen horen daar te worden opgelost. Pas als samenwerking tussen thuis en school nodig is, moet je met elkaar in gesprek. Voor de rest moeten ouders zich beseffen dat zìj niet op school zitten, maar hun kinderen. Die moeten zich daar zelf gaan redden met hun leraren en vriendjes, aardig of niet.'
Ouders moeten zich beseffen dat zij niet op school zitten, maar hun kinderen
Jacomine Meyling - coach

5. Waar blijven de kinderen in dit hele verhaal?

Meyling: 'Ouders vinden hun kinderen tegenwoordig heel erg belangrijk. We krijgen er relatief weinig; ze zijn een symbool van dat het goed met je gaat en regelmatig is het een (medisch) wonder dat ze er gekomen zijn. Dan wordt een kind al snel een 'project' en kunnen ouders doorschieten in wat ze voor hun kind willen en hoe ze het kind willen maken (prinsjes en prinsesjes). Kinderen worden zo niet zelfstandig, denken dat alles voor hen geregeld wordt en hebben hun ouders altijd nodig.'
Maar: 'Vaak komt een kind uiteindelijk hevig in verzet, omdat iedereen pas groot wordt door 'het zelf te doen'. Kinderen leren alleen door fouten te maken en met één voet door het ijs te zakken. Voor ons als ouders is slechts een (belangrijke) begeleidende rol weggelegd.'

6. Stad of dorp?

De Luizenmoeder speelt zich af in de stad. Is er nog een verschil tussen ouders in (grote) steden en dorpen?
Meyling: 'Over het algemeen is het leven in dorpen wat relaxter dan in steden. Dat zie je weerspiegeld in de scherpte waarmee mensen op elkaar reageren. Hoe meer leefruimte jezelf hebt, des te makkelijker kun je naast elkaar leven. In zogenaamde 'krimpdorpen' staat het voortbestaan van een school vaak onder druk en dat schept een band tussen ouders en zorgt voor een gezamenlijk doel', besluit de opvoedcoach.
In krimpdorpen staat het voortbestaan van een school onder druk, dat schept een band tussen ouders
Jacomine Meyling - coach

Niet raar, maar bijzonder

Voor veel Groningers zou dat betekenen dat ze op zondagavond niet zozeer om zichzelf, maar vooral lekker om andere ouders lachen. Vergeet dan tijdens een proestbui niet de lijfspreuk van juf Ank: 'Dat vinden wij niet raar; dat vinden wij alleen maar heel bijzonder'.