Eigenaar afvalverwerker Talen: 'Brand had al na een dag geblust kunnen zijn'

Het terrein van Talen nu, maanden na de brand
Het terrein van Talen nu, maanden na de brand © Martijn Folkers/RTV Noord
Eigenaar Albert Talen van het gelijknamige recyclingbedrijf in Stadskanaal ziet de claim van ruim 600.000 euro van de provincie met vertrouwen tegemoet.
Volgens de ondernemer had het helemaal niet zover hoeven komen en had de brand op dinsdagmiddag, de eerste dag na het ontstaan van de brand op 27 november, al geblust kunnen zijn.

'De boel rookte alleen nog'

'De brand ontstond op maandagavond', schetst Albert Talen de situatie. 'De dag erna was de brand al bijna gedoofd door het bluswerk. De boel rookte alleen nog. Ons voorstel was om de grote bult met kranen uit elkaar te trekken, zodat er daarna gericht geblust kon worden en de bult kon doven.'

Veiligheidsregio Groningen aan zet

Volgens Talen wilde de Omgevingsdienst Groningen daar niet aan. De provincie Groningen, het bevoegd gezag waar de Omgevingsdienst onder valt, stelt echter dat ten tijde van de brand de Veiligheidsregio Groningen aan zet was. Talen zegt dat er niet juist is gehandeld.
'Na overleg is besloten om weer zuurstof bij de brandhaard te doen, waardoor de hele bult weer ging branden. Die brand duurde tot die zondag daarna. Dat had volgens ons niet gehoeven.'
De brand bij Talen woedt nog, een dag nadat het begon (Foto: Jetta Post/RTV Noord)

Bestuursdwang

Volgens de provincie heeft A. Talen geen waterdicht plan van aanpak opgesteld, waardoor de provincie bestuursdwang heeft toegepast en de rekening van 600.000 euro bij Talen heeft neergelegd.
'Mijn verzekeraar wijst die claim af en vindt het niet terecht. Ook wij als bedrijf zeggen dat het toepassen van bestuursdwang onterecht is. Er loopt een procedure, ik ben vol vertrouwen dat we die gaan winnen. Maar ik juich pas als het zover is.'

Rechter

De Veiligheidsregio Groningen wil niet al te veel zeggen over de aantijgingen van Talen. 'De zaak is onder de rechter. Maar wij zijn professionele brandbestrijders, we weten wat we doen. We zien de beoordeling van de rechter dan ook met vertrouwen tegemoet.'