Column: Schier hè
Een eerste zonnestraal glijdt door het venster van de voorkamer van de boerderij. Via de tafel, de schoorsteenmantel en het familieportret zoekt de zon zijn weg naar de wieg. Vier kleine jongensogen knipperen tegen het felle licht.
'Schier hè' Twee moeders bewonderen boven de wieg hun jonge zonen. De vrouwen kennen elkaar van het dorp en van het consultatiebureau. Hun jongens kwamen bijna tegelijkertijd ter wereld. Ze zochten elkaar na de bevalling weer op. Op visite met twee kleine kereltjes in één wieg.
Zo werd op een mooie zonnige lentedag op een boerderij met zicht op de Lopster toren een vriendschap geboren. Een tijd waarin het land nog gewoon slicht was en niet beefde.
De twee jongens uit een Gronings dorp werden onafscheidelijk. Op de kleuterschool, op de grote school, op de boerderij of in het huis onder de Lopster toren, de boezemvrienden waren immer in elkaars buurt. 'Foeke, foeke, foeke' bij het knikkeren, de spanning van het appeltje gappen of de tevredenheid over de gebouwde hut achter de boerderij. Alles werd gedeeld.
Het voortdurende samenzijn veroorzaakte ook wel eens verwarring. De boerenzoon zat op de bank in het huis van zijn kameraadje onder de Lopster toren verdiept in een Donald Duck, toen de moeder van de boezemvriend hem vroeg waar haar zoon en zijn vriendje was. Hoe er ook gezocht werd, hij was in het huis niet te vinden.
Een telefoontje vanaf de boerderij aan het laantje buiten het dorp bracht uitkomst. Daar zat boezemvriendje op zijn beurt op de bank al lezend in een boek van de Kameleon. Twee jongens in een vreemd huis, maar o zo vriendelijk vertrouwd.
In de winter kwamen de Friese doorlopers van zolder. Scheuveln op de gracht voor de boerderij. Of bij iets meer vorst: over de slingerende maren. De twee vrienden waren fanatiek aan elkaar gewaagd. De boerenzoon verdiende iets meer schaatsveters bij de schoolwedstrijden.
Zijn vriendje kwam er altijd net even achteraan. Dat stak misschien wel een beetje. Hij wilde sneller en beter. Dat lukte, met schaatslessen. Aan het eind van hun dorpse schooljeugd, zag de boerenzoon voor het eerst de achterkant van de Friese doorlopers van zijn vriendje.
Die ging fanatiek door met schaatsen. De boerenzoon liet het schaatsen het schaatsen en ging zijn eigen weg van toneelspelen in de mallemolen van de schoolclub, hij werd zanger in een band en studeerde in Stad drank en meisjes maar verrekte weinig boeken.
Zijn vriend bleef schaatsen. En hard. Op de ijsbaan in Stad reed hij iedereen aan gort en mocht hij het hogerop gaan proberen. In 1989 eindigde hij op het ijs van de Uithof in Den Haag als zevende op het NK Allround achter mannen als Leo Visser, Gerard Kemkers en Bart Veldkamp. Zijn beste sportieve prestatie.
Maar op ander vlak presteerde hij daar beter. Op hetzelfde ijs van De Uithof kreeg hij een oogje op de winnares bij de vrouwen. Zij oogde vanaf het hoogste treetje op het podium terug. Een schaatsliefde ontlook. Een liefde die bekroond werd met een baby. Dat gebeurde in Zwitserland waar het schaatskoppel aan een onbekend avontuur was begonnen.
De kleine schaatstelg wist al vroeg wat hij wilde: lopen. Hij was amper op de wereld of de kleine baby stond al op twee benen. Zijn vader duwde het twee turven grote jochie telkens omver zodat hij eerst het kruipen zou leren.
Toen hij het lopen helemaal onder de knie had, wilde hij nog maar één ding: schaatsen. In de Alpen was hij al vlug de beste van allemaal. 'Die Buben aus der Schweiz' waren jaloers op zoveel klasse. Maar de jongen wilde meer zijn dan de beste van Zwitserland. Op de dag dat hij veertien werd zei hij: 'Ik ga naar Nederland. Ik wil naar de top van de schaatswereld'.
'Kin mor ain stee weden', zei pa. 'Grunnen'. En zo verhuisde de beste schaatser van Zwitserland naar Ten Boer. Naar zijn tweede vader en moeder. Met in de verte de Lopster toren.
Vorige week zondag werd Marcel Bosker, geboren te Zwitserland, groot geworden in Ten Boer in het Olympisch Stadion in Amsterdam derde op het WK Allround. Eén plek voor de beste Nederlandse schaatser ooit.
Vorige week zondag werd Marcel Bosker, geboren te Zwitserland, groot geworden in Ten Boer in het Olympisch Stadion in Amsterdam derde op het WK Allround. Eén plek voor de beste Nederlandse schaatser ooit.
Opa en oma uit Loppersum keken tot tranen toe geroerd toe vanaf de volle tribune hoe hun kleinzoon het ereschavot beklom.
Op dat moment krijgt een trotse vader in Zwitserland een sms-je van een man die sinds jaar en dag bij Studio Sport werkt. Een man die hij al kent sinds de wieg. Met een glimlach leest hij het berichtje op zijn telefoon:
'Schier hè…'
Erik Hulsegge