Dit gebeurt er in het lichaam van een hongerstaker

© Beppie van der Sluis/RTV Noord
De hongerstaking van Jan Holtman (66) uit Wildervank duurt nu precies tien dagen. Jannie Knot (57) uit Garrelsweer heeft vier dagen niet meer gegeten. Samen voeren ze actie tegen de gaswinning en eisen ze dat schadedossiers sneller worden afgehandeld.
Holtman en Knot bivakkeren in een tent bij het Centrum Veilig Wonen in Appingedam en drinken alleen water, bouillon en vruchtensap. Wat doet zo'n hongerstaking eigenlijk met je lichaam en hoe lang kun je dit volhouden?

Het verloop

De Johannes Wier Stichting zet zich in voor professionele begeleiding van hongerstakers. Als er geen complicaties zijn, kan een mens ongeveer zestig dagen zonder eten, stelt de stichting. Het gemiddeld gewichtsverlies is tien kilo per maand. Maar hoe verloopt zo'n hongerstaking nu precies?

De eerste week

'De hongerstaking wordt doorgaans goed verdragen. Er is weinig risico mits voor voldoende vochtopname wordt gezorgd. De hongerpijn en maagkramp verdwijnen doorgaans na een paar dagen en lichaamsbeweging is mogelijk', aldus de Johannes Wier Stichting.

De eerste maand

Na de eerste week krijgt de hongerstaker last van duizeligheid en eventueel hoofdpijn. Vermoeidheid en spierpijn zorgen ervoor dat het bewegen lastiger wordt. Ook daalt de lichaamstemperatuur. Volgens de Johannes Wier Stichting kan er ook buikpijn optreden en soms de hik.
Na drie weken is de toestand vaak zo verslechterd dat een ziekenhuisopname nodig kan zijn.

Beëindigd

Het is de vraag of het bij de hongerstakers in Appingedam zo ver komt. Holtman en Knot worden in de gaten gehouden door verpleegkundigen en de GGD.
Ze kregen donderdag ook bezoek van burgemeester Hiemstra van Appingedam en die zei: 'Als hun gezondheid in het geding komt, moet de hongerstaking beëindigd worden. Daar zijn de hongerstakers het zelf ook over eens.'

Herstel

Als de hongerstaking voorbij is, begint een periode van herstel. Je bent pas hersteld als 85 tot 95 procent van het oorspronkelijke gewicht is bereikt.
Als je weer gaat eten, moet je langzaam beginnen: met ongeveer een derde van de normale hoeveelheid. Anders kun je last krijgen van oedeem en een verminderde spierkracht, long- en hartfunctie.
Daarnaast moet de hongerstaker ook psychisch herstellen. Nazorg is daarom van groot belang, besluit de Johannes Wier Stichting.