Werkstraf geëist tegen vrouw die voor anderhalf ton fraudeert

© Flickr/Joe Gratz
Justitie heeft donderdag 180 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van een maand geëist tegen een vrouw uit Eerste Exloërmond. Ze pleegde fraude met Persoonsgebonden Budget (PGB) van haar zoon en haar uitkering.
In totaal ontving de 46-jarige vrouw tussen 2010 en 2015 bijna 67.000 euro te veel aan PGB en 86.000 euro te veel aan bijstandsuitkering.

PGB op naam buurvrouw

De zoon van de vrouw heeft een verstandelijke beperking. Volgens een jeugdwerker had hij recht op PGB en dat vroeg de vrouw begin 2010 aan. Alleen niet op haar eigen naam, maar op die van haar buurvrouw. Zij zou helpen bij de zorgverlening vertelde de verdachte in de rechtszaal. Maar daar kwam in de praktijk nauwelijks iets van terecht.

Geen cent ontvangen

In 2015 trok de Belastingdienst bij de buurvrouw aan de bel over het grote bedrag aan PGB dat ze in de jaren ervoor zou hebben ontvangen. Zij schrok zich rot en gaf aan geen cent te hebben gekregen. Uit onderzoek bleek dat het haar buurvrouw was, die alles op haar naam had aangevraagd, maar ook het geld naar haar eigen rekening had laten overmaken.

Diep in de schulden

De 46-jarige verdachte stond onder bewind, omdat ze diep in de schulden zat. Zij en haar zoon moesten rondkomen van vijftig euro per week. De officier van justitie zei de indruk te hebben dat de vrouw het PGB-geld jarenlang gebruikte als extraatje. Zo gebruikte ze het om rijlessen te nemen, reparatie aan een auto te laten doen en voor boodschappen.

Moeite met formulieren

De verdachte verklaarde dat ze wel wist dat het niet helemaal goed was wat ze deed, maar dat ze het invullen van de PGB-formulieren ook niet helemaal goed had begrepen.
Dat gold ook voor de administratie van haar bijstandsuitkering. 'Dan had ze hulp moeten vragen', vond de aanklager. 'Deze fraude was misschien geen vooropgezet plan, maar uiteindelijk was wel sprake van zelfverrijking.'
De vrouw uit Eerste Exloërmond vertelde dat ze inmiddels bezig is om de bedragen terug te betalen. De uitspraak vindt plaats op 12 april.