Rechtbank roept hulp in van Hoge Raad bij aardbevingszaken

De Hoge Raad in Den Haag
De Hoge Raad in Den Haag © Eddy Zwerver/RTV Noord
De aardbevingskamer van de rechtbank Noord-Nederland gaat advies vragen bij de Hoge Raad. Daarvoor is één lopende zaak tegen de NAM uitgekozen.
Daarbij worden zogenoemde 'prejudiciële vragen' voorgelegd aan het hoogste rechtsorgaan van ons land. 'Het gaat om rechtsvragen die in veel aardbevingszaken een rol spelen', licht een woordvoerder toe.
Bij prejudiciële vragen doet de Hoge Raad geen uitspraak. Wel geeft de hoogste rechter haar visie, die bij een latere uitspraak van de rechtbank een rol speelt.

Haast

De aardbevingskamer heeft haast. 'Het is van belang dat de Hoge Raad als hoogste rechter uit oogpunt van rechtsgelijkheid en een vlotte afwikkeling van zaken op korte termijn haar oordeel kenbaar maakt.'
De afgelopen tijd zijn veel gedupeerden van de gaswinning naar de rechter gestapt. Het gaat daarbij meestal om complexe zaken, die uitgelopen zijn op een felle, langdurige strijd met de NAM.

Miljoeneneis

Zo eist een groep landbouwers miljoenen van het gasconcern. Die processen lopen nog bij de aardbevingskamer. Ook de bekende paardenboer Sybrand Nijhoff uit Zijldijk sleepte de NAM voor de rechter.
Hiltje Zwarberg uit Termunterzijl deed hetzelfde. Hij moest ruim drie jaar geleden onmiddellijk zijn onveilige huis verlaten, maar de NAM weigert over de brug te komen. Zwarberg heeft inmiddels gelijk gekregen.
Recent behandelde de aardbevingskamer de zaak van Ria Mulder uit Woldendorp. Zij voert al zes jaar strijd met de NAM. Haar zaak is aangehouden om te kijken of de beide partijen alsnog tot een schikking kunnen komen.

Bewijsbaar?

Bij de meeste zaken draait het om de vraag in hoeverre te bewijzen is dat de schade is veroorzaakt door de gaswinning. De vraag is steeds of er wel of geen hard bewijs geleverd dient te worden. 
De advocaten van een deel van de gedupeerden doen een beroep op het bewijsvermoeden. Daarbij wordt er vanuit gegaan dat het aannemelijk is dat de schade door de activiteiten van de NAM is ontstaan. En dat er dus geen keihard bewijs nodig is.
De verwachting is dat de Hoge Raad zich ook buigt over deze principiële vraag. Het is nog niet duidelijk wanneer de vragen van de aardbevingskamer Noord-Nederland worden beantwoord.