Column: Lekker in je eigen algoritme

© RTV Noord
Het allereerste algoritme dat we vroeger leerden, was de staartdeling. Dat was op de lagere school, toen het onderwijs nog niet was stukgerepareerd. Het woord ´algoritme´ zelf hoefden we op die leeftijd niet te kennen, dat kwam later voor de slimme kindertjes.
Inmiddels is het precies omgekeerd. Niemand onder de dertig kan nog een staartdeling maken, maar het woord algoritme is net zo vertrouwd als een halfje volkoren. We praten erover bij de bakker alsof het de normaalste zaak van de wereld is. 'Heb je nog gelezen over dat algoritme dat bijstandsfraudeurs er feilloos uitpikt?' 'Nee, maar wel dat er algoritmes zijn die precies het juiste personeel uitzoeken.' 'O, ben ik al aan de beurt? Bakker, mag ik één algoritme, pardon, één tijgerwit?' Algoritmes zijn ons in de mond bestorven, na alle commotie over Facebook. Dat we daar zelf onze privacy prijsgeven en dat we daar zelf allemaal 'fake news' over onszelf lopen te verkondigen, in de vorm van blije ontbijtjes op Bali, en dat we trouwens zelf al eeuwen op zoek zijn naar gekleurde informatie, past blijkbaar nog niet helemaal in ons algoritme. Misschien omdat de zomertijd net is ingegaan.
Voor Harenaars die nog een trauma hebben overgehouden aan de Facebook-rellen van zes jaar geleden, is het wel een genoegdoening dat Facebook nou eens een rel op zijn eigen kantoor heeft. Wie kaatst, kan de bal verwachten. Mark Zuckerberg krijgt een Project X van wereldformaat in zijn achtertuin. En dat mede dankzij onze eigen Arjen Lubach, die als een megalomane messias met zijn sneeuwballetje 'Bye Bye Facebook' een lawine op gang probeert te brengen. Eerst moesten we allemaal op Facebook en nou moeten we er dus weer af. Want Facebook gooit alles wat we online schrijven en lezen in een grote blender, laat daar een algoritme een beetje op studeren en na een hoop rekenwerk komt er bijvoorbeeld uit dat Groningers meer van aardbeienjam houden en Drenten meer van pindakaas, zonder dat ze dat gevraagd is.
Een algoritme kijkt door zijn oogharen naar 'big data', ziet daar bepaalde patronen in en trekt daar conclusies uit. Een soort digitale rorschachtest. En dankzij die kunstmatige intelligentie krijgt een Telegraaf-lezer advertenties voor auto's toegestuurd, de NRC-abonnee een wijn-aanbieding, een GeenStijl-reaguurder reclame voor 'Fleshlights' en ondergetekende krijgt afslanksuggesties en reclame voor trapliften. Met deze algoritmes worden tegenwoordig verkiezingen beïnvloed, heet het. Met de suggestie dat de gebruikers van Facebook dit platform lazen als ware het de Staatscourant, en niet als een zelf samengestelde mix van wat je allemaal wilde horen. Ook vóór Facebook lazen, keken en luisterden de kiezers al naar de 'feiten' die hen welgevallig waren. Informatie heeft altijd jouw lievelingskleur.
Er is heus niet zoveel tegen Facebook, behalve dan dat het de verveling verdrijft met nieuwe verveling. Wat een kostbare tijd gaat er verloren met het bijhouden van de beuzelarijen van je duizend vrienden, die je dan ook nog eens moet 'liken'. We kunnen beter weer een beetje op tijd naar bed, een boek lezen of, voor wie dat op school niet meer gehad heeft: een staartdeling leren maken. Dan zit je lekker in je eigen algoritme.
Willem van Reijendam