Door de mand: Kees Vlietstra is in topvorm

© RTV Noord
'Morgen doe ik het zelf wel weer. Dit is kut.' Alsof ik met een natte theedoek in mijn gezicht werd geslagen. Ik keek mijn broertje stomverbaasd en teleurgesteld aan. Door die mix van emoties ging de blik in mijn ogen op standje ongeloof.
Die blik deed broertje lachen, ouderwets schaterlachen waarna hij zich liet vallen op een bankje langs de rand van het schoolplein. Ik liep na deze dertig seconden durende vernedering schouderophalend richting de groep jonge Catalaanse en Groningse korfballers om de training te vervolgen.
Ook als trainer kan je in vorm zijn. Ik was het van de week in Barcelona. In topvorm zelfs. Die topvorm etaleerde ik op een schoolplein in een buitenwijk van de Catalaanse hoofdstad. Met het Regionaal Talentencentrum van de Topsport Talent School Groningen (vanaf hier: RTC TTS) waren we op trainingsstage. We speelden beachkorfbal, bezochten verenigingen, gaven clinics en speelden heuse internationale wedstrijden. Zo ook met en tegen KC Barcelona. Op een schoolplein. Ik zat in de flow. Liet de kinderen spelenderwijs verbeteren. Op dat schoolplein vond internationale kruisbestuiving plaats. Alles klopte. De succesbeleving was hoog. De kids kregen via de modernste inzichten training: er werd impliciet, foutloos en differentieel geleerd. En dan waren alle trainingsvormen ook nog eens op maat gedifferentieerd. De Catalaanse en Groningse talenten werkten snoeihard én hadden de grootste lol. Daar, op dat schoolplein in Barcelona, werden onze regionale talenten voorgoed internationale toppers. Ik had regelmatig kippenvel van geluk. Toen onze Manon in haar beste Engels een oefening vertaalde aan Miquel. Toen onze Lisa een fantastische goal maakte. Toen onze Luuk weer een toverbal in de lucht scoorde. Toen onze Bas na een splijtende assist van Alejandra als dank 'grijze jas' schreeuwde. De zon wierp lange schaduwen op het schoolplein. Alles klopte. Best clinic ever. Totdat mijn broertje naar me toe kwam: 'Morgen doe ik het zelf wel weer. Dit is kut.'
Van het vrouwelijke naar het mannelijke geslachtsdeel is binnen het korfbal maar een kleine stap. Ik neem u mee naar 26 maart 1989:
Daar stonden we dan. Vijf pubertjes uit het koude Groningen in het hete Lloret de Mar. Vijf stoere junioren korfballers die de plaatselijke basketbaltrots wel even zou laten zien waarom basketbal eigenlijk een passing game is. Hoe anders zou alles lopen…
We schrijven dus voorjaar 1989. De junioren van Nic. zijn in Spanje om mee te doen aan een internationaal korfbaltoernooi. De korfbalreis is georganiseerd door PIK. Die dubieuze afkorting staat voor Promotion International Korfball. De vijf pikkies van Nic., te weten Marco, Patrick, Sven-Erik en de broertjes Vlietstra staan dus op een vrije middag een balletje te schieten op een basketbalveldje in Lloret de Mar. Bij de andere basket staan vijf kleine Spanjooltjes ons uit te dagen. Ze willen wel een potje spelen. Wij kijken minachtend naar Manolootje, Emiliootje, Josétje, Manuelletje en Miquelletje. Daarna knikken we elkaar instemmend toe. Ze vragen erom. Afmaken die handel.
Tip off. Lange Mike moet springen tegen kleine Emiliootje. De bal wordt door een toeschouwer omhoog gegooid. Mike strekt zich uit. Emiliootje gaat als een raket omhoog, torent boven een zwaaiende Groninger hand uit, tikt de bal naar Josétje die een dribbel inzet en met een verwoestende dunk de score opent. Lloret de Mar-Groningen: 2-0.
Achteraf hadden we toen direct moeten stoppen. 'Sorry amigos, we moeten nog even vamos a la playa of zo.'
Maar nee, we gingen door. Nou ja, die kleine etters uit Spanje gingen door. Wij stonden erbij en keken er naar. Ondanks de power van Febo Sven, ondanks de rebounds van Cornetto Patrick ondanks de fake moves van de Vlietjes en ondanks de split vision van Schele Marco werden we he-le-maal weg-ge-speeld. De nationale jeugdselectie van Lloret gebruikte ons als kanonnenvlees. Ze vlogen en dunkten over ons heen alsof we er niet stonden. Eindstand Spanje- Nic.:86-14. Grootste verschil in de historie van het Spaanse pleintjesbasketbal.
De vernedering was echter nog niet voorbij. We dropen het veld af, op zoek naar onze spullen. Uithijgend zaten we op de grond. De Spanjooltjes gingen ook naar de kant. Daar trokken ze hun trainingsbroeken uit. Met ogen op steeltjes stootten we elkaar aan. Op hun enkels droegen ze zogenaamde 'enkelverzwaarders', enkelbraces gevuld met zand. We waren geveegd door een stel 14 jarigen die met handicap speelden. Vernederd draaiden we ons om en zonder te groeten liepen we weg van het basketbalveldje.
Op het strand lagen onze chicas. Op de vraag waar we geweest waren antwoordden we: 'Oh even gebasketbald tegen Manolootje, Emiliootje, Josétje, Manuelletje en Miquelletje. Kunnen er geen reet van.'
Mooie tijden. Terug naar de onze. Woensdag hadden we in Camp Nou een rondleiding. Of in goed Catalaans: A Players Experience Tour. Het was de dag na de desastreuze uitschakeling van FC Barcelona in de Champions League door de 3-0 nederlaag tegen AS Roma. Er heerste een grafstemming in het immense stadion. De suppoosten hadden betraande ogen. Ik sprak met Emilio, een beveiliger bij de Johan Cruijff zaal. Hij prevelde in het Catalaans. Ik knauwde in het Gronings terug. We begrepen elkaar. Ik hield hem voor dat zij nog altijd Messi hebben. En dat ik aanstaande zondag weer vloekend naar Mahi moet kijken. En toen begon Emilio mij te troosten. Dat had ik wel even nodig. We dankten elkaar. Gracias. Grijze jas.
Diezelfde avond bezochten we met het RTC TTS de basketbalwedstrijd Barcelona-Betis. Barcelona speelde fantastisch en Betis zonder overtuiging waardoor we getuige waren van het grootste puntenverschil in de Spaanse basketbalhistorie: 121-56. Ondanks dit grote verschil was het een prachtige wedstrijd. Wat een topspelers heeft dat Barcelona. Het tiki-taki is in Barcelona verschoven van het voet-naar het basketbal.
In de metro terug naar ons hufterproof hostel zagen we via de livestream op de mobieltjes de eindfase van een andere basketbalwedstrijd: Venezia-Donar. Hier was het verschil in punten nog te overzien. Aanstaande donderdag kan Donar geschiedenis schrijven door met minimaal 11 punten verschil de return te winnen en zich daardoor te plaatsen voor de finale. En het kan écht. Als AS Roma van het grote Barca kan winnen; als met handicap spelende kleuters kunnen winnen van grote puber korfballers; en als talentjes van het RTC TTS Groningen ondanks een kut training een wereldweek hebben in Barcelona dan kan Donar ook met 11 punten verschil in een kolkend MartiniPlaza van Venezia winnen. Vamos. Sportwonderen bestaan. Grijze jas.

Kees Vlietstra