Burgemeester in oorlogstijd

© Groninger Archieven
Burgemeester Cort van der Linden ontvangt op het gemeentehuis de Canadese opperbevelhebber Albert Bruce Matthews, twee dagen na de bevrijding van de stad Groningen. Het gebeurt op deze dag in de geschiedenis, 18 april 1945.
Pieter Cort van der Linden is na de slag om Groningen meteen weer in zijn functie herbenoemd. In september 1942 was hij door rijkscommissaris Seyss-Inquart ontslagen, omdat hij protesteerde tegen het op transport stellen van Joodse Stadjers. Onder het gemeentepersoneel heerste een 'verkeerden geest' en de burgemeester speelde daarin een prominente rol, oordeelde de bezetter.
Van der Linden schipperde zoals veel burgemeesters in oorlogstijd, tussen aanblijven en proberen het ergste te verzachten, of aftreden en de weg vrijmaken voor een pro-Duitse  opvolger. Zo ontsloeg hij in 1940 twee raadsleden van de Communistische Partij en later ook nog een Joods raadslid. Na zijn gedwongen aftocht dook hij onder met zijn familie. De NSB-er Petrus Fokkes Tammens volgde hem op.
De plechtigheid in Groningen op 18 april, is voor Albert Bruce Matthews niet het einde van zijn missie in onze provincie. Hij biedt de burgemeester een Canadese vlag aan en trekt vervolgens met zijn Tweede Infanteriedivisie verder, richting Delfzijl. De havenstad moet liefst snel veroverd worden, om er voedselkonvooien aan land te kunnen brengen. Die zijn bedoeld om de bevolking van West-Nederland van eten te voorzien.
Het begin van de opmars verloopt voorspoedig: bij de bevrijding van Winsum wordt welgeteld één schot gelost. Maar de nazi's besluiten hun laatste strategisch bolwerk Delfzijl tot het uiterste te verdedigen. Ze geven zich uiteindelijk over op 2 mei nadat er zware gevechten zijn geweest in de havenstad.
Albert Bruce Matthews ging na de oorlog in zaken en was daarin succesvol. Hij werd onder andere president-directeur van Massey Ferguson, een fabrikant van landbouwmachines. Hij was daarnaast voorzitter van de Liberal Party of Canada. Ook Pieter Cort van der Linden, wiens vader minister-president was tijdens de Eerste Wereldoorlog, bleef politiek actief voor een liberale partij.
Bij zijn benoeming in 1934 was hij lid van de Vrijzinnig Democratische Bond en moest zich als burgemeester bewijzen in het ook toen al rode bolwerk Groningen. Hij bleef eerste burger tot 1951. In die jaren na de bevrijding stond hij mede aan de wieg van de nieuwe liberale partij, de VVD.
Zowel Pieter Cort van der Linden als Albert Bruce Matthews zijn als ereburgers opgenomen in het Gouden Boek van de gemeente Groningen. Ze ontmoetten elkaar nadat 40 Canadezen, 130 Duitsers en 106 burgers het leven lieten bij de slag om Groningen. Het Canadese leger gaf de bevrijde stad symbolisch weer terug aan het stadsbestuur op deze dag in de geschiedenis, 18 april 1945.
Pieter de Hart is redacteur bij RTV Noord en historicus. Elke woensdag schrijft hij over 'deze dag' in het verleden van Groningen.