Column: Een flirt met Máxima

© RTV Noord
Op vrijdag 27 april viert het koninklijk paar Koningsdag in Groningen. In de aanloop naar de feestelijke dag halen vijf RTV Noordmedewerkers persoonlijke herinneringen op aan Willem Alexander of Máxima. Vandaag doet Erik Hulsegge dat in zijn zondagse column.
'Wat een flauwekul', denk ik. 'Daar doe ik echt niet aan mee.' Nagenoeg al mijn collega's bevolken de manshoge en oneindig brede ramen aan de halkant van de redactie. Ze staan voor die ramen in afwachting van een vrouw.
Mannen en vrouwen doorgaans de nuchterheid zelf, soms zelfs een tikkie afkerig, als het aankomt op een bekende Nederlander, zijn nu in een staat van opwinding die ik niet zo begrijp. Je hoort het in hun stemmen, je voelt het in de lucht. Máxima komt.
De prinses brengt een bezoek aan de Mediacentrale. Niet eens bij ons, maar bij een aantal van die jonge kleine snelle internetbedrijfjes in het gebouw. Ze had er al moeten zijn. Mijn collega's aan het raam staan er nu al heel lang, denk ik.
Ik tik achter mijn bureautje door aan een bericht over een aanrijding op de Kielsterachterweg en kijk meewarig naar de ruggen aan het raam. Ik zucht eens diep. Plotseling slaakt iemand een kreet van opwinding gevolgd door een massaal gezucht en een teleurgesteld gemompel. Kennelijk vals alarm.
Ik kijk nog eens om me heen. Alle bureaus zijn leeg. Behalve ik staat iedereen aan het raam. Nieuwsgierigheid kruipt naast de koppige nuchterheid in mijn hoofd. 'Wimpie mag zijn handjes dichtknijpen met zo'n vrouw', zegt een van de ruggen. Instemmende geluiden aan het raam.'Fantastisch wijf' wordt een andere rug enthousiast. 'Die kleren die ze aan heeft', zegt een vrouwenrug. 'Dat heerlijk Argentijns accentje….'
'Verdold!' Ik veer op uit mijn stoel. Ik wil ook aan dat raam. Alle plekken aan mijn kant van de redactie zijn bezet. Koortsig loop ik verder naar achteren. Bij de vormgeving en archivering zijn ook alle raamplekken bezet.
Gelukkig. Helemaal aan het verste eind zie ik nog een vrij plekje. Twee vrouwelijke collega's staren naar beneden in de immense hal. Ze merken niet eens dat ik naast ze kom staan. Ik sta nu ter hoogte van de ingang. Eigenlijk het beste plekje van allemaal, schiet door mijn hoofd.
Ik zie geen spoor van Máxima. Wel wat zenuwachtig heen en weer drentelende mannen in pak en vrouwen in zondagse jurken. Door het glas van de deuren bij de ingang zie ik een auto aan komen rijden. Geroezemoes langs de ramen zwelt aan.
De chauffeur van de auto zwaait gracieus de autodeur open. Máxima stapt even gracieus uit. Haar blonde lokken, haar lach haar beige broekpak met jasje inclusief decolleté. Alles zit perfect op de plek. Ze schudt wat handen en een jonge man en blonde vrouw wijzen haar de weg naar de ingang.
Dan stapt Máxima door de schuifdeuren van de Mediacentrale. Ze doet twee stappen op de rode loper die is uitgelegd en kijkt dan omhoog. Schuin omhoog. Schuin omhoog mijn kant op. Schuin omhoog naar mij. Ze vangt mijn blik.
Ik kijk in haar diepbruine ogen. Mijn hart is een hert op hol. In mijn buik vliegen vliegtuigen. Mijn hoofd is een kind in de chocoladefabriek van Willy Wonka. Mijn bloed is Max in zijn Red Bull. De finish is mijn wangen.
Dit mag eeuwig duren. Dan slaat Máxima haar blik neer. Duizelig en dronken van geluk denk ik heel even dat ik droom. Meteen daarna dat ik me het heb verbeeld. Dat het niet waar kan zijn. Dit kan niet waar zijn.
'Wat was dat!!??' mijn vrouwelijke collega naast me staart me aan met een gezicht vol ongeloof. 'Was dat...Was dat…Wat ik zag?' Met een bloedrood hoofd geef ik geen antwoord. Mijn hoofd is het antwoord.
Dat was 4 september 2007. Nooit zal ik vergeten waar ik die dag was. En stiekem ben ik nog steeds blij dat mijn collega zag wat ik zag. Dat het écht was.
Voor het bezoek van Koning Willem Alexander en Koningin Máxima trekt Noord alle registers open. Alles wat Noord is staat in het teken van het Koninklijk paar. Ik verheugde me er ook op. Ik zag een rol voor mij als royaltyverslaggever. Erik de Noordman in zijn oranje kostuum volgt het koningspaar op de voet. Ik droomde een mooi weerzien met Máxima.
Tot zo'n drie weken geleden. 'Nog twaalf doage waarken laiverd'. Lientje's hoofd staat op blij. Er valt niets bij mij. Ook geen kwartje. 'Gaaist n weekendje vot mit de Lientjes?' Alle vriendinnen van Lientje zijn ook Lientjes. Alien, Carlien, Jolien, Avelien, Baukelien. Allemaal Lientjes. Het hoofd van mijn Lientje staat ineens een heel stuk minder blij.
'Nee, Hinderk Hulsegge! Den goanve mit ons twijbaaidend noar Rhodos',
Oeps! Ik was even vergeten dat we eind april op vakantie gaan. Eind april? Ik kijk in mijn agenda. Onze vakantie valt samen met Koningsdag. Als Máxima met Willem door de Stad schuifelt lig ik met mijn witte buik op een Grieks strand. Kaliméra!
Dan valt er ineens wel een kwartje. Op een winterse stormachtige avond zat Lientje aan de grote tafel in de achterkamer achter haar computertje. Puntje van de tong op de lippen, op zoek naar een zo goedkoop mogelijke zonnige vakantie. Plotseling draaide ze zich om. 'Wanneer is Koningsdag ook al weer?'
Ik begreep toen niet wat vakantie met Koningsdag te maken had. Maar nu wel.