RUG: Woningen zijn gemiddeld 9,3% minder waard door aardbevingen

Waardevermindering door aardbevingen
Waardevermindering door aardbevingen © FPS / Bewerking RTV Noord
Huizen in het aardbevingsgebied zijn gemiddeld 9,3% minder waard geworden door de aardbevingen. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.
Twee onderzoekers, waaronder hoogleraar Ruimtelijke Econometrie Paul Elhorst, analyseerden gegevens van alle verkochte woningen in Noord-Nederland tussen 1993 en 2014 die bij de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs bekend (NVM) bekend zijn.

Hoe hebben ze dit berekend?

Huizen trillen fysiek bij een aardbeving. Hoe erg een huis trilt aan de grond kan gemeten worden. Deze gemeten grondtrillingen zijn vergeleken met de waarde van huizen.
Het onderzoek van de RUG heeft aangetoond dat huizen die aan sterkere trillingen zijn blootgesteld ook sterker in waarde zijn gedaald. 

1% tot 27% minder waard

De spreiding van de waardedalingen loopt uiteen van 27% bij huizen die aan de sterkste grondtrillingen zijn blootgesteld tot aan 1% bij huizen die de aardbevingen minder hebben 'gevoeld'.
Bij heel zwakke grondtrillingen is geen waardedaling van huizen aangetoond.
Gemiddeld blijkt de waardedaling dus 9,3%.

Groter aardbevingsgebied

Het onderzoek laat ook zien dat volgens de RUG het aardbevingsgebied veel groter is dan door de overheid is vastgesteld.
Elhorst: 'De gemeente Groningen en de drie noordelijkste Drentse gemeenten behoren officieel niet tot het aardbevingsgebied, maar wij tonen statistisch aan dat er in deze gemeente ook sprake is van waardedalingen door aardbevingen.'