Groningen en Drenthe lijken naast het WK wielrennen te grijpen

© Archief
Groningen en Drenthe lijken naast het WK wielrennen te grijpen. Dat blijkt uit een bericht op de Italiaanse wielerwebsite TuttoBici

Voorwaardelijke bevestiging

Die meldt sinds gisteren dat het wereldkampioenschap op de weg in 2020 aan de Italiaanse regio Veneto met de steden Venetië en Vicenza is toegewezen.Het zou gaan om een voorwaardelijke bevestiging van de wereldwielerbond UCI. De organisatie moet de komende twee maanden nog wel de steun van de kersverse Italiaanse regering krijgen en de economische dekking van 10 miljoen euro rond krijgen.

Groningse staten lagen dwars

Veneto was al aangewezen als organisator van het WK, maar in maart benaderde de UCI alsnog de provincies Drenthe en Groningen omdat de steun in Italië niet rond leek te komen De organisatie, die al was opgericht om het WK in 2023 naar het Noorden te halen, rekende op steun van de provincies Drenthe en Groningen. Maar waar Drenthe groen licht gaf, stemden Provinciale Staten van Groningen tegen het subsidieverzoek van 5,8 miljoen euro. Vervolgens trok ook Drenthe zijn steun in. 

Hoop

Tot nu toe bleef de Nederlandse organisatie hopen dat het WK hier toch georganiseerd kon worden, met steun van het bedrijfsleven. De organisatie heeft nog niet op de toewiijzing aan Veneto gereageerd.
Rob de Waard, directeur van het Huis voor de Sport, houdt een slag om de arm en wacht nog op bevestiging van het bericht van TuttoBici. 'Maar waar rook is, is vuur.'

'Niet meer op kop'

Toch is het nog niet zonneklaar dat de Italianen het benodigde bedrag op kunnen hoesten. De Waard: 'Je zou kunnen zeggen: we staan nu gelijk, want aan beide kanten moet het geld nog daadwerkelijk worden toegezegd, met een handtekening eronder. Maar we liggen niet meer op kop.'
Mocht de UCI alsnog uitkomen bij Groningen en Drenthe, dan moet er volgens De Waard wel met de wielerbond worden onderhandeld over de hoogte van het bedrag. 'Dat bedrag is hier natuurlijk wel het probleem geweest. Ook moet er een ander voorstel komen, want het heeft geen zin hetzelfde voorstel in te dienen bij Provinciale Staten. Het zal anders moeten met een andere onderbouwing, minder open einden, een lager bedrag en een grotere verbinding met de breedtesport.'