Column: Smaakverstoring

© RTV Noord
Nu gezonde mensen, dankzij een koekjesbakker uit Veendam, zelf kunnen ervaren hoe vies koekjes smaken in de mond van een kankerpatiënt, durven ze die natuurlijk niks lekkers meer aan te bieden. Want dan zouden ze misschien toegebitst krijgen: 'Je wéét toch dat het me niet smaakt?'
Het fenomeen dat de kok met dit zelf ontwikkelde vieze koekje zintuiglijk wil demonstreren, heet smaakverstoring, maar zeg maar gerust smaakbederf: als gevolg van bestraling en chemo's proeven veel kankerpatiënten bijvoorbeeld een metalige bijsmaak in hun eten, sommige smaken verdwijnen en andere worden versterkt. Het wordt er niet lekkerder op. En als de omgeving dat nu óók maar eens kon ervaren, heeft die ineens veel meer begrip voor de patiënt, is de gedachte. Awareness Through Experience heet het koekje dan ook: het ramt de empathie met de zieke er via de smaakpapillen in. Al zal het wel even duren voor je iets van empathie kunt ervaren, na het doorslikken van de laatste kruimels. Het duurt namelijk wel twintig minuten voor de vieze smaak is weggetrokken. De empathie komt natuurlijk pas los als de speekselhuishouding weer een beetje op orde is en je opgelucht kunt ademhalen. Was me dat even vies!
Het zal ongetwijfeld een hele verreikende en verrijkende ervaring zijn, zo'n tijdelijke smaakverstoring. Zoals het vast ook heel spannend is om geblinddoekt een drukke weg over te steken, bijenwas in je oren te proppen of eens een dag je mond te houden om 'na te voelen' hoe blinden, doven en stommen zich voelen. Essentieel verschil is alleen dat die daar permanent mee te maken hebben. Je kunt niet even in de huid kruipen van een zieke of gehandicapte, van wie het wezenskenmerk nou juist is dat die altijd en voortdurend met die ziekte kampt. Die kloof blijft er altijd.
De herinnering aan zo'n koekje mag dan een poos blijven hangen, we weten jaren na deze traumatische eetbelevenis zelfs nog dát het heel vies was, maar dan hebben we al weer duizenden lekkere koekjes, ijsjes en dropjes (voor de minder genotzuchtige mens: rauwe prei, grutjes en wortelsap) achter de kiezen. Voor de gezonde mens is zo'n koekje vooral een stukje beleving. Een excursie naar de gevangenis of een reisje naar Noord-Korea en dan gauw weer terug. En, omdat het wel om héél vieze koekjes gaat, ook nog een stukje meelijden. Een dagje vasten, een uurtje met een doornenkroon op of een pittige flagelleersessie.
Misschien is het fijn om tegen een zieke te kunnen zeggen: 'Ik weet wat je doormaakt tijdens de maaltijd, nou ik zelf ook zo'n Awareness Through Experience-koekje heb gegeten.' Of het fijn is om het aan te moeten horen is trouwens een tweede. Maar het ligt meer voor de hand om dan sámen ritueel koekjes te eten: de gezonde eet zo'n vies koekje, de patiënt een gewone sprits of bastognekoek. Daarna kijken ze elkaar aan en kunnen hartgrondig zeggen: 'Gatverdamme!' Dat brengt ze vast dichter bij elkaar.
Nóg meer voor de hand ligt echter dat de koekenbakker van Veendam geen vies koekje voor gezonde mensen, maar een lekker koekje voor de zieken gaat ontwikkelen. Met een beetje extra vet, suiker en zout en desnoods een beetje sambal. Want gedeelde smart mag dan halve smart zijn, we hebben allemaal toch liever dubbele vreugd.
Willem van Reijendam