Andere manier om stichting WAG te betalen pakt duurder uit voor cliënten

© FPS (Jos Schuurman / Flickr (Reynermedia - cc)
Als de no-cure-no-pay-beloning van advocaten van de Stichting Waardevermindering door Aardbevingen (WAG) wordt verboden, kan dat duurder uitpakken voor de gedupeerden. Dat stelt Hans Silvius van De Haan Advocaten in Groningen.
De stichting WAG is in hoger beroep gegaan tegen een uitspraak van de tuchtrechter, waarin het wordt verboden, dat 5 tot 10 procent van de schadevergoeding die cliënten krijgen naar de stichting gaat. De beloning van een advocaat mag namelijk niet afhankelijk zijn van de uitkomst van een zaak.

Alternatieve manieren duurder

Maar volgens Silvius zijn alternatieve manieren om de stichting te betalen veel duurder. 'Over het algemeen zijn dat professionele partijen, die investeren in claims en die vragen daar een behoorlijk rendement op. Dus die zullen doorgaans minimaal 40 tot 50 procent van het schadebedrag als succesfee claimen', aldus Silvius.
Zelf procederen is als gedupeerde niet te doen. 'Als een individu een procedure opstart tegen een partij als de NAM dan zal men aanzienlijke bedragen moeten uittrekken voor de advocaatkosten en een individu kan dat nooit opbrengen. Dus je komt toch automatisch terug bij collectieve claims zoals wij die voeren'.

Beloningsafspraken

De uitspraak in het hoger beroep is op 7 september. De tuchtrechter heeft al wel gezegd dat er wordt gekeken welke beloningsafspraken wèl mogen in zaken waarin advocaten grote groepen mensen tegelijk bijstaan. Daarmee wordt deze zaak waarin de stichting WAG terecht staat een principezaak. Silvius Verwacht dat zo eindelijk duidelijkheid komt waar de grenzen liggen van de finciering van een collectieve claim.
Silvius verzekert, dat als de beloning van 5 tot 10 procent voor de stichting WAG ook in hoger beroep wordt verboden, de huidige cliënten daarvan geen nadeel ondervinden.