Door de mand: Kees Vlietstra krijgt een bijnaam

© RTV Noord
Van de week liep ik op winkelcentrum Lewenborg. Mijn handen vol met inkopen van de Action. Prullenbak, bestekset, zwabber, pannen voor op keramische kookplaat, droogrek, verlengsnoer, afwasmiddel, batterijen, fotolijstjes en vijf liter motorolie.
'Wilt u er een paar tassen bij?' vroeg het kassameisje. Ik weigerde beleefd. 'Het is maar een klein stukje naar de auto.'
En zo liep ik dus goochelend en balancerend met mijn nieuwe huisraad richting parkeerplaats. In de etalageruit van kapsalon Knippen & Co zag ik in een flits mijn weerspiegeling. Beschaamd bekeek ik mijn omtrek. Verre van zomer klaar. Ik lijk verdomme net op een vleesgeworden reliëfkaart van de Pyreneeën. Morgen weer trainen neem ik me voor.
Ik ben wel blij met mijn nieuwe T-shirt. Gekregen van mijn broer. Een retro Argentinië voetbalshirt. Le coq sportif. Rugnummer 10. Diego Maradona. De verticale lichtblauwe en witte banen maken het voor mij, na het thuistenue van VV Engelbert, tot het mooiste voetbalshirt ooit. Gematigd tevreden paradeer ik naar mijn auto. Een moeder met haar zoontje loopt me tegemoet. Het jongetje kijkt me met open mond aan. Hij wijst naar mijn shirt. 'Kijk mamma, daar loopt Obelix!'
Door deze anekdote aan het papier toe te vertrouwen besef ik me heel goed dat ik binnenkort van mijn 'vrienden' een nieuwe bijnaam ga krijgen. Loop ik niet voor weg. Bijnamen en roepnamen geven het leven kleur. Nou ja, soms.
In de auto terug naar huis radio Noord aan. Nieuwsitem over de nieuwe naam voor de Euroborg. FC Groningen directeur Hans Nijland laat optekenen dat de Euroborg binnenkort het 'Hitachi Capital Mobility Stadion' gaat heten. Roepnaam: Hitachi Stadion. Hans zegt het echt. De Euroborg krijgt een roepnaam.
Het stadion van de FC is het eerste stadion van de wereld met een roepnaam, dat dan weer wel. Vlak bij Meerstad denk ik ineens weer aan mijn kindertijd. De tijd dat ik de stripboeken van Asterix en Obelix verslond.
'Ding dong. Dag mamma van Hitachi Stadion. Komt Hitachi Stadion ook buiten spelen?'
'Hé Keessie, hoe is het? Hitachi Stadion is volgens mij al aan het buiten spelen. Ze is met Noordlease Stadion naar het Oosterpark.' 'Oké, dan ga ik daar ook heen. Dag mamma van Hitachi Stadion.'
Roepnaam voor een stadion? Dat moet je niet willen. Diep van binnen weet Hans dat ook wel maar ja, als er voor al dat geld wat Hitachi Capital Mobility in de club pompt een scorende spits kan worden aangetrokken dan moet dat maar. Maar dan nog, het Groningse publiek iets in de mond leggen? Nee, dat gaat niet werken. You can lead a horse to water but you can't make it drink.
(Eigenlijk een beetje zoals de herboren Bauke Mollema aan het sprinten was vanmiddag. Mee in de kopgroep tot 200 meter voor de streep maar net niet in staat om het af te maken.)
Thuisgekomen richt ik mijn huisje in. Denk af en toe ook glimlachend aan het afgelopen WK. Met Jong Oranje werden we namelijk vorige week wereldkampioen korfbal in Boedapest. Tijdens de finale van het andere WK, voetbal in Rusland, vlogen wij vanuit Hongarije naar Eindhoven. In onze finale waren we met 21-18 net iets sterker dan België. De finale was het eindpunt van een twee jaar lange reis. Als bondscoach probeerde ik ze ook naar het water te begeleiden, en waar de één begon te drinken keek de ander angstig naar de overkant. Dat is sport.
Hoe dan ook heeft Jong Oranje twee jaar lang veel getraind en gespeeld om optimaal aan het WK te beginnen. Die reis is voorbij. En ook nu weer was de reis op zich misschien wel mooier dan het eindpunt. Volgend seizoen gaan we weer op reis. Met een nieuwe groep. Sommige zijn volgend seizoen te oud voor Jong Oranje, anderen moeten vechten voor hun plekje want de nieuwe talenten staan al te trappelen. Ik heb genoten van de drive, ambitie, kwaliteit én humor in deze groep.
Voorbeeldje. Vorig jaar zomer waren we met dat groepje op trainingsstage in Barcelona. We reden in huurauto's van sporthal naar hotel en vice versa en dan ook weer terug. Dag in dag uit. Op een van de laatste dagen zit Leander Zwolle (roepnaam Leander, bijnaam PEC) naast me op de bijrijdersstoel. We staan stil voor een stoplicht. Opeens wijst PEC op de auto voor ons. 'Wat betekent die E eigenlijk?', vraagt hij. PEC doelt op de E op de kentekenplaat. Landcode.
Ik ben op mijn hoede. Verneukt hij de trainer? Ik hou me van de domme. 'Engeland,' zeg ik zonder hem aan te kijken. Het stoplicht springt op groen en we rijden verder. PEC denkt na. Het kraakt. Hij kijkt om zich heen. Hij scant de kentekens van alle auto's om ons heen. 'Engeland?,' zegt hij. 'Wat rijden er hier dan ongelofelijk veel Engelsen.' Ik schaterlach in stilte. Die PEC komt er wel.
Mooie tijd. Terug naar de onze. Ik heb mijn huisje ingericht. Draai voor het eerst een wasje. Mijn Argentijnse Obelix shirt voor het eerst in de machine. Hopelijk gaat het goed. Jongste zoon komt kijken en vraagt of we uit eten gaan. Ik antwoord: 'Wat denk jezelf? Groeit het geld me op de rug?'
Even is het stil. 'Nee, hopelijk op je buik. Plek zat.'