Column: Kattendag

© RTV Noord
Terwijl de transgenderrechtendag, de biodieseldag, de dag van de inheemse volkeren en de dag van de leeuw geruisloos aan Groningen voorbij zijn gegaan, gold dat niet voor nationale kattendag, afgelopen woensdag. Poes wordt hier namelijk innig bemind en er zijn er ook zo véél van.
Dat blijkt alleen al uit het verbluffende aantal van ruim achthonderd foto's die katteneigenaren van hun huisdier naar de redactie stuurden, na een daartoe strekkend oproepje. Dat komt natuurlijk ook omdat een foto van een kat niet kan mislukken. Poes staat er altijd goed op, wat we van onszelf, onze familieleden en de hond, met die domme tong uit zijn bek, niet kunnen zeggen. Poes kijkt speels, superieur, guitig, ingetogen, krols of diepzinnig in de lens. Eén brok gratie, in schrijnend contrast met ons, lompe en grofstoffelijke Groningers. Dat schone in ons leven willen we graag met anderen delen, vandaar dat de kat vermoedelijk het meest gefotografeerde dier ter wereld is.
Dat katten mooi zijn, betekent niet dat ze ook goed zijn. Katten zijn juist het wandelende, of beter sluipende bewijs dat het Goede en het Schone niet samenvallen. Het zijn gewetenloze, egoïstische dieven en moordenaars.
Hun aanhaligheid, hun zachte vacht, hun gracieuze bewegingen waarmee ze, anders dan honden, zonder ongelukken door een porseleinkast kunnen lopen, hun gespin en gevlei, hun vertederende gemiauw, het is allemaal schone schijn. Ze zijn de hoeren onder de huisdieren. We houden van ze omdat ze nooit helemaal van ons zijn. We houden van ze om hun schoonheid, hun intelligentie en hun onafhankelijke karakter. We houden misschien zelfs wel van ze omdát ze slecht zijn. Het kwaad trekt ons nu eenmaal aan, als het maar elegant is. Zelfs Hannibal 'the cannibal' Lecter uit Silence of the Lambs is toch een beetje een held.
Nee, dan honden… Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat honden eigenlijk wolven zijn die in de loop van de evolutie een gen hebben opgepikt dat ook voorkomt bij mensen met het Williams-Beuren-syndroom. Dat is een aangeboren verstandelijke beperking, onder meer gekenmerkt door een opvallend lief en sociaal karakter. Honden zijn gewoon gedebiliseerde wolven. Ze zijn te dom om slecht te zijn. Ze zijn goed bij gebrek aan fantasie. Dat weerhoudt ze er overigens niet van om regelmatig baby's op te eten. Dat is algemeen bekend, maar het wordt met succes buiten de pers gehouden door de internationale hondenlobby, die ook afgevaardigden heeft in de Bilderberggroep, de vrijmetselarij en Opus Dei. Honden eten trouwens ook poep.
Opmerkelijk genoeg zijn er ook mensen die van honden houden. Die worden 'hondenmensen' genoemd. Ze hebben het voorrecht dat hun huisdier oprecht blij is als ze 's avonds thuiskomen. Want dom als ze mogen zijn, honden houden wel echt van hun baasje en dat laten ze merken met blaffen, kwijlen en kwispelen. Dat die staart in een moeite door het Wedgwood-servies van de koffietafel maait, neemt de hondenmens voor lief. En waar de kattenmens verliefd blijft staren naar de bevallige pose van poes, daar heeft de hondenmens op kattendag wel wat beters te doen. Namelijk hard trainen met Bello of Fikkie, zodat die, op hondendag, 27 mei alweer, zijn tong binnenboord weet te houden en eindelijk eens stil blijft zitten voor de lens.

Willem van Reijendam