Helpt de energietransitie de Groningse economie écht vooruit?

Nu Nederland van het gas afgaat is de vraag wat dit betekent voor de Groningse economie? Stort dat in? Of is die veerkrachtig genoeg? Hoe sterk was en is de relatie tussen het gas en de Groningse economie? Een overzicht.
De economische groei in Nederland is 2,7 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van vorig jaar. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdagochtend bekend. Geldt hetzelfde voor onze provincie?
Van de Groningse economie weten we dat de gaswinning een grote stempel drukt op de regionale economie. Eerder berekende het CBS al dat de Groningse economie vorig jaar kromp met 0,6 procent met de verminderde gaswinning, maar groeide met 2,5 procent als we de gaswinning weglaten. De economie in onze provincie lijkt dus zeer afhankelijk van de gaswinning. Maar dat was niet altijd zo.
Tekst gaat verder onder grafiek

Eerste energietransitie – naar aardgas

In de eerste helft van de twintigste eeuw was Groningen een gebied dat economisch achterbleef bij de rest van het land. In de eeuw daarvoor stond het gebied nog bekend om haar hoogwaardige en productieve landbouw. Het ging toen economisch gezien goed. Maar dat bleef niet zo. Maarten Duijvendak, hoogleraar economische geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen legt uit waarom.
Omdat het economisch zo goed ging was er in de provincie in de negentiende eeuw weinig prikkel om te vernieuwen
Maarten Duijvendak - hoogleraar RUG
'Omdat het eerder economisch zo goed ging waren er in de provincie weinig prikkels om te vernieuwen. In andere gebieden die in die tijd veel armer waren, zoals Overijssel of Noord-Brabant, was die prikkel om te innoveren veel sterker. Daardoor konden die provincies veel beter meekomen met de industrialisering dan Groningen.'
Doordat Groningen economisch gezien achterop raakte, was de ontdekking van het aardgas zeer welkom. Duijvendak: 'In de fase na de Tweede Wereldoorlog probeerde de centrale overheid actief te investeren in delen van het land die achterliepen, waaronder het noorden.'
'Door de ontdekking van het aardgas dacht men: nú kunnen we de Groningse economie weer op de rails krijgen en moderniseren.' Dat gebeurde vooral door te investeren in infrastructuur en nieuwe bedrijventerreinen.
Heel cynisch geformuleerd zou je kunnen zeggen dat een royale WAO in de jaren '70 mogelijk was dankzij de gasinkomsten
Maarten Duijvendak
Tot en met de jaren '70 profiteerde de provincie volgens Duijvendak sterk van de aardgasbaten. Tien jaar na de ontdekking ervan werkten er achthonderd mensen bij de NAM en ontstonden er allerlei economische activiteiten omheen, met duizenden extra banen tot gevolg. Maar de economische crisis van de jaren '70 bracht hier verandering in.
Bedrijven vertrokken uit Groningen en de positieve effecten van de gaswinning op de werkgelegenheid waren beperkter dan gedacht. Ook bleek de bodem te dalen, wat allerlei extra kosten met zich meebracht. Duijvendak: 'Veel Groningers kwamen in die tijd in de WAO terecht, die royaal was in die tijd. Heel cynisch geformuleerd zou je kunnen zeggen dat ook dít mogelijk was dankzij de gasinkomsten.'

Tweede energietransitie – naar waterstofgas

Maar het cynisme keerde zich in de loop der tijd juist tegen de gaswinning. Aardbevingen, wantrouwen, het idee dat Groningen niet genoeg meeprofiteert en de klimaatverandering versterkten de roep om te stoppen met aardgas. En om een nieuwe energietransitie. Die transitie gaat plaatsvinden gezien de huidige plannen van het kabinet. Maar hoe ziet een Groningse economie eruit als er geen gas in onze provincie meer wordt gewonnen?  
Naar verluidt zou het stopzetten van de gaswinning gepaard gaan met een verlies van duizenden banen. Volgens Rogier Aalders, regionaal onderzoeker bij de 
Rabobank, zijn er in Groningen tegenwoordig zo'n zevenhonderd mensen direct in de gaswinning actief.
'Het is voor die mensen natuurlijk ontzettend vervelend, maar dat is heel weinig voor de Groningse economie als geheel. Daarin werken namelijk 214 duizend mensen. Dan heb je natuurlijk ook nog de toeleveranciers van de NAM die hier wat van gaan merken, maar of dat betekent dat dit gepaard gaat met tien keer zoveel banenverlies? Ik durf het niet te zeggen, maar het komt bij mij wel als veel over.'
Ik zou wel eens willen weten waar het getal van die duizenden banen verlies door gaswinning vandaan komt
Jouke van Dijk - hoogleraar RUG
Jouke van Dijk, Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse van de RUG, is dat met hem eens. 'Ik zou wel eens willen weten waar het getal van die duizenden banen verlies door gaswinning vandaan komt.' Hij voorziet geen enorme afname van de werkgelegenheid.
'De rest van de wereld gaat niet van het gas af. Bedrijven als Gasterra blijven wel. En als het gaat om de toelevering van gas aan huizen: daar komt iets anders voor in de plaats. En de hele energietransitie die we willen levert ook banen op. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud van windmolens en zonneparken en de infrastructuur die hiervoor nodig is.'
 

Profiteren we nou wel of niet van de energietransitie?

Maar hoe goed de Groningse economie nou werkelijk van de energietransitie gaat profiteren blijkt lastig te bepalen. Denisa Kasová, directeur van het Noordelijk Innovation Board (NIB), geeft aan dat het NIB aan het economisch bureau van de ING heeft gevraagd om dit te berekenen. 'Eind 2016 (nog voor het besluit van Wiebes om met het gas te stoppen, red.) kwam de ING met de berekening dat de noordelijke economie in 2025 met acht tot tien procent krimpt als we stoppen met het gas, zonder er een alternatief voor te hebben.'  
Groene waterstof zou het nieuwe goud kunnen zijn
Denisa Kasová - Noordelijk Innovation Board
Een alternatief is dus noodzakelijk. Volgens Kasová is groene waterstof potentierijk voor het Noorden. 'Groene waterstof zou het nieuwe goud kunnen zijn', zegt ze. Het grote voordeel van waterstof is volgens Kasová dat energie, door middel van waterstofgas, makkelijk kan worden opgeslagen en vervoerd. Dat is bij elektriciteit een stuk lastiger. 'We hebben er hier in het noorden de kennis voor, de infrastructuur én een mooie ligging aan de Noordzee. Daar komt immers veel windenergie vandaan.'
De bruisende Groningse economie komt er niet
Rogier Aalders - Rabobank

Oppassen voor overmoed?

Volgens Rogier Aalders moet de Groningse economie echter niet te veel rekenen op economische groei. 'De bruisende Groningse economie komt er niet.' Volgens hem is de grootste uitdaging voor Groningen de vergrijzing en het feit dat veel jongeren wegtrekken.
'Dat is niet iets van de laatste tijd', stelt Aalders. 'Het was altijd al zo. En eigenlijk is dit proces niet om te keren. Vergrijzing heeft economische implicaties, maar vooral ook negatieve gevolgen voor de leefbaarheid.'
Het is volgens Aalders daarom vooral de taak van Groningen om voor een betere leefbaarheid te zorgen. 'Economische groei laat zich niet leiden door beleid. Mijn advies zou daarom zijn: probeer op een gezonde manier om te gaan met vergrijzing en demografische krimp. Richt je meer op leefbaarheid en minder op economische groei. Zorg dat mensen toegang hebben tot werk en goede voorzieningen.'
'We streven altijd maar naar een bruisende economie en naar groei. Maar waarom zou je per se groei willen? Wat je wilt is dat mensen goed kunnen leven, voorzieningen hebben en met plezier naar hun werk gaan.'
Als je beroepsbevolking ouder wordt en jongeren vertrekken, heb je minder basis voor een groeiende economie
Rogier Aalders
Een bruisende economie zit er volgens Aalders dus niet in. 'Als je beroepsbevolking ouder wordt en jongeren vertrekken, heb je minder basis voor een groeiende economie. Je hebt er veel meer aan om dit te erkennen en er op een gezonde manier mee om te gaan, dan om het tegen proberen te werken. Deal with it. Zo erg is het niet als er geen groei is.'
De mogelijkheden voor de energietransitie brengen hier volgens Aalders bovendien geen verandering in. 'Dat de energietransitie kansen en economische mogelijkheden biedt, snap ik, maar dat geldt ook voor niet-Groningse bedrijven. Dat is niet speciaal iets Gronings.'
We willen niet langer deel uit maken van het probleem, maar van de oplossing
Stefan Holthausen - Holthausen

Twee Groningse voorbeelden ín de energietransitie

Toch zijn er Groningse bedrijven die zich met overgave in deze energietransitie storten. Holthausen Groep en EAZ Wind bijvoorbeeld. Holthausen uit Hoogezand is een familiebedrijf dat sinds 1945 bestaat en onder meer leverancier van gassen is. Sinds een aantal jaren is het bedrijf in waterstofgas gespecialiseerd.
Directeur Stefan Holthausen: 'In 2008 beseften wij dat ons bedrijf eigenlijk net zo vervuilend was als andere bedrijven. Daarom hebben we gezegd: we willen niet langer deel uit maken van het probleem, maar van de oplossing.'
Naar eigen zeggen is Holthausen koploper in de energietransitie en is het bedrijf druk bezig om samen met overheden en andere partijen de hele regio mee te krijgen in de transitie naar waterstof. Op die manier wil het bedrijf nieuw perspectief creëren voor de regio. 
EAZ Wind uit Hoogezand is een tweede bedrijf dat inspringt op de energietransitie. Je kent de kleine, boomkleurige windmolentjes van ze wel, die door de hele provincie te vinden zijn.
Volgens woordvoerder Timo Spijkerboer kwam het idee van deze molentjes uit Denemarken. 'Daar zie je er veel van. Dus wij dachten: dat kunnen we hier ook. We hadden al een windmolen gemaakt. Toen vroeg onze buurman om ook er één voor hem te maken. En zo kwam van het één het ander.'
Op ditmoment timmert EAZ Wind aardig aan de weg. Inmiddels zijn er veertig mensen in dienst en produceert het bedrijf acht molens per maand. Vooralsnog staan de molens alleen in Groningen, maar volgens Spijkerboer gaat het bedrijf de rest van het land in.  
Duurzame energie wordt op beleidsniveau te veel geabstraheerd tot een groot getalsmatig doel. Daardoor raak je de menselijke maat kwijt
Timo Spijkerboer, woordvoerder EAZ Wind
De ambitie van het bedrijf is volgens Spijkerboer om te zorgen dat elk boerenerf in de wereld zijn eigen zonne- en windenergie kan produceren. 'We moeten ervoor zorgen dat iedere stroomgebruiker zijn eigen stroom opwekt.'
Dat geldt niet alleen voor kleine boerenbedrijven, maar ook voor grote bedrijventerreinen zoals de Eemshaven. 'Duurzame energie wordt op beleidsniveau te veel geabstraheerd tot een groot getalsmatig doel dat gehaald moet worden. Daardoor raak je de menselijke maat kwijt. Die moet terug.'

Windmolenparken een probleem?

Niet dat Spijkerboer grote windmolenparken op zichzelf een probleem vindt. 'Als je heel duidelijk maakt welk bedrijf, bedrijventerrein of stad direct gebruik maakt van de energie van zo'n windmolenpark of een park met zonnepanelen, is het debat over duurzame energie veel duidelijker: wie heeft het nodig?' Volgens Spijkerboer kloppen de verhoudingen dan, omdat de menselijke maat terug komt. 'Dat helpt voor het draagvlak van 'de gewone man'.'

Lees ook: