Invloed NAM maakt opstellen lijst onveilige woningen onmogelijk

© Jos Schuurman / FPS
De NAM heeft te veel invloed op de beslissing over welke huizen onveilig zijn en als eerste versterkt moeten worden. Het is voor de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) onmogelijk om de lijst met 1500 onveilige gebouwen op basis van NAM-gegevens op te stellen.
Dat blijkt uit gesprekken die RTV Noord voerde met medewerkers van de NCG, bestuurders en woningcorporaties. Interne presentaties zijn in handen van de omroep.

De 1500

In de versterkingsopgave draait momenteel alles om de lijst met 1500 onveilige woningen die als eerste versterkt moeten worden.
Dit aantal komt voort uit een advies van de Mijnraad, begin juli. De lijst zou deze maand bekend moeten worden, maar het blijkt moeilijker dan gedacht om tot een volledige en kloppende lijst te komen.

Gissen naar de gegevens

Om de lijst samen te stellen, wordt een model van de NAM gebruikt: het zogenoemde Hazard and Risk Assessment (HRA). Dat het NAM-model gebruikt zou worden, was al bekend. Maar het is bij de NCG gissen naar welke gegevens daarvoor precies worden gebruikt en wat er met die gegevens wordt gedaan. Het is voor hen daardoor niet te controleren.
Er komen onverklaarbare uitkomsten uit het HRA-model van de NAM
Medewerkers NCG

Onverklaarbare uitkomsten

Volgens NCG-medewerkers komen er onverklaarbare uitkomsten uit het model van de NAM. Met een druk op de knop komt er een nieuwe versie van de lijst tevoorschijn, waarbij het totale aantal huizen verandert. Het is van 1489 ineens 1126 geworden. Maar er komen ook adressen bij die tot dat moment nog niet als onveilig zijn bestempeld.

Betrouwbaarheid

Daarnaast kan het ook zo zijn dat bij een twee-onder-een-kapwoning de ene helft onveilig wordt verklaard en de andere helft aardbevingsbestendig is. Volgens medewerkers van de NCG is het hierdoor onmogelijk om een lijst met 1500 gebouwen op te stellen die betrouwbaar is.
De NCG'ers vragen zich zelfs af of de huidige methode überhaupt geschikt is om te bepalen welke gebouwen onveilig zijn en als eerste versterkt moeten worden. In de presentatie die in handen van RTV Noord is, schrijft de NCG: 'HRA is geschikt voor risicoanalyse van gebieden, niet voor uitspraken over individuele panden'.
In een studie van de NAM zelf worden ook kanttekeningen geplaatst bij de Hazard and Risk Assessment. De HRA kan volgens de studie niet elk individueel gebouw identificeren dat moet worden opgenomen in de versterkingsoperatie. 'Via een inspectieprogramma moeten deze gebouwen worden geïdentificeerd', zo staat in de studie (pag. 89).

Totale invloed NAM

Uit gesprekken blijkt dat enkele NCG-medewerkers morele bezwaren hebben tegen de manier van werken, omdat de NAM op deze manier totale invloed kan uitoefenen op de lijst met onveilige woningen. Dit zorgt voor onrust binnen de organisatie van de NCG.

Gewaarschuwd

Ook betrokkenen bij provincie, aardbevingsgemeenten, maatschappelijke organisaties en woningcorporaties vinden de manier waarop de lijst nu tot stand komt onwerkbaar en niet te verkopen aan de Groningers.
Deze betrokkenen hebben al van het begin af aan gewaarschuwd voor de huidige impasse en eisen van de minister dat de lijst transparant is. Daarnaast eisen ze dat er wordt doorgegaan met het inspecteren van gebouwen.
Bovendien is er nog het gegeven dat de regio zich niet wil verbinden aan het feit dat er 'slechts' 1500 gebouwen in het aardbevingsgebied onveilig zijn. Dit omdat de regio niet blind wil varen op de uitkomsten van een model en omdat tal van inspecties door de NCG tot nu toe hebben aangetoond dat bij elk van de geïnspecteerde huizen versterking noodzakelijk was.

20 september

De minister, gemeenten, provincie en NCG sturen nu aan op een overeenkomst voor 20 september. Dan is het eerstvolgende Nationaal Bestuurlijk Overleg. Als er over twee weken inderdaad een lijst is, blijft de vraag hoeveel die waard is, als de lijst is gebaseerd op de Hazard and Risk Assessment van de NAM.
_______

Achtergrond: Hoe zat het met de 1500?

In mei zette minister Wiebes de versterkingsoperatie tijdelijk 'on hold'. Volgens hem hoeven er mogelijk minder gebouwen versterkt te worden, omdat de gaswinning langzaam wordt verlaagd en de kraan uiterlijk in 2030 helemaal dichtgaat.
De Mijnraad heeft vervolgens met nieuwe gegevens uitgezocht hoeveel woningen er nog versterkt moeten worden. Dat zijn de 1500 gebouwen waar nu zoveel om te doen is. Ook bracht ze een advies uit aan de minister om 'tijdrovende inspecties' zoveel mogelijk te vermijden en gebruik te maken van het HRA-model van de NAM.
De minister heeft dit advies overgenomen, met de bedoeling de versterking in een stroomversnelling te krijgen. Het is de vraag of dat is gelukt, want op lopende versterkingsprojecten na, is er sinds april geen huis meer aardbevingsbestendig gemaakt en het is nog altijd onduidelijk wanneer de lijst met 1500 adressen klaar is.