Het Hoge der A: van tippelaars en junkies naar een toeristische trekpleister

Beno Hofman met het boek
Beno Hofman met het boek © RTV Noord / René Walhout
In de middeleeuwen was het de plek voor handel en industrie. Veertig jaar geleden was het de plek van straatprostitutie, junkies en krakers en dreigde de slopershamer. Nu is het een toeristische trekpleister: het Hoge der A.
Stadshistoricus Beno Hofman deed jaren lang studie naar de geschiedenis van de rij statige panden die geschiedenis en rijkdom uitstraalt en één van de meest gefotografeerde stukjes Groningen is.
Het resultaat is een rijk geïllustreerd boek met naast aandacht voor de geschiedenis ook een inkijkje bij de huidige bewoners van het Hoge der A geeft. Komende vrijdag wordt het gepresenteerd.

Straatprostituees, junkies en krakers

Zeker als er oude schepen langs de kade liggen ademt het Hoge der A geschiedenis en rijkdom. Het had niet veel gescheeld of de uitstraling was heel anders geweest.
'Na glorierijke periodes in de voorgaande eeuwen ging het in de loop van de twintigste eeuw bergafwaarts,' vertelt Hofman. 'Dat had te maken met de bedrijvigheid die hier zat.'
'Neem het bedrijf Adriani, het staat nog steeds op een van de gevels, een groothandel in huishoudelijke artikelen, het zat hier in meerdere panden en ging failliet. Die panden kwamen leeg te staan en werden het decor van straatprostituees, junkies en krakers. Maar gelukkig vanaf begin jaren '80 komt er een kentering.'

Hier werd het geld verdiend

In Hoge der A, zoals het boek heet, beschrijft Hofman de vroegste geschiedenis van het gebied dat we nu onder die naam kennen.
'Het was de enige haven van de stad. Hier verrezen de pakhuizen in de 13e en 14e eeuw. Je had hier veel bierbrouwerijen, zeepziederijen, graanpakhuizen. Dit was de plek waar het geld werd verdiend.'

Poenerige uitstraling

Nog altijd heeft het Hoge der A een poenerige uitstraling. Het boek geeft ook een bijzonder inkijkje bij een aantal huidige bewoners van het Hoge der A. Zo zien we vastgoedhandelaar Wijnand van Smeden op een etage waar geen eind aan lijkt te komen.
'Niet iedereen had daar natuurlijk behoeft aan,' vertelt Hofman. 'Maar gelukkig de meesten wel en dat geeft een mooi beeld.'

De Drie Vlasblommen

Een van de favoriete panden van Beno Hofman zelf staat aan het Hoge der A 7. 'Het heet de Drie Vlasblommen,' vertelt de stadshistoricus. 'Het mooie van dit pand is dat je er allerlei verschillende periodes in terug ziet. In de steeg er naast zie je middeleeuwse muren, binnen zie je delen terug uit verschillende eeuwen.'
Wij zeggen altijd: wij mogen hier wonen en u mag hier komen en logeren en verblijven
Christophe de Jongh - bewoner Hoge der A 7
Het pand wordt bewoond door Christophe de Jongh die een deel ervan verhuurt. 'Het is fantastisch om in dit pand te wonen,' vertelt hij. 'Wij zeggen altijd: wij mogen hier wonen en u mag hier komen en logeren en verblijven.'

Opgepimpt door Berlage

Achter het pand bevindt zich een bijzonder achterhuis. 'Dit deel heeft weer een heel andere sfeer,' vertelt de trotse eigenaar.
'Het is vlak voor 1900 gebouwd door de later beroemd geworden architect Berlage. Hij had een vriend die aan de universiteit hier in Groningen ging werken en die vroeg hem om dit huis op te pimpen en toen heeft hij dit achterhuis gebouwd en de bovenzaal heel mooi aangepast.'

Gasellende heb je hier helaas ook

Tijdens de rondleiding trilt het hele pand door heiwerkzaamheden bij de buren.
De Jongh: 'Normaal is het hier heel stil maar ze zijn hier naast bezig in opdracht van de NAM. Het pand wordt verstevigd. Die gasellende heb je hier helaas ook maar verder is het hier geweldig wonen.'