Celstraffen geëist tegen mannen die Korrewegschutter verborgen hielden (update)

De studentenflat in Selwerd waar Azim A. zich schuillhield
De studentenflat in Selwerd waar Azim A. zich schuillhield © Peter Steinfort/RTV Noord
De mannen die de verdachte Korrewegschutter Azim A. onderdak hebben geboden toen hij op de vlucht was voor de politie, hangen gevangenisstraffen van vijf en acht maanden boven het hoofd. De zaak tegen de twee diende vrijdag voor de rechtbank in Groningen.
De 25-jarige John V. en de 27-jarige Rutchendell I. uit de stad Groningen worden verdacht van onderdak bieden aan een voortvluchtige en verboden wapenbezit. Tegen V. is vijf maanden cel geëist en tegen I. acht maanden.

Klopjacht

Na de schietpartij aan de Korreweg, waarbij Azim A. een willekeurige voorbijganger verlamd schoot, volgde een klopjacht op de dader. A. wist zich 22 dagen schuil te houden voor de politie. Uiteindelijk werd hij opgepakt in een studentenflat in Selwerd.

Inval Antillenstraat

Rutchendell I. wist waar Azim A. zat. 'Tegenover de politie heb ik dat eerst ontkend. Dat kwam doordat ik boos was over de inval in mijn woning aan de Antillenstraat, een paar dagen eerder.' De politie had het vermoeden dat A. daar zat.
De inval in de woning aan de Antillenstraat in Groningen (foto:112groningen)
I. wordt overigens ook verdacht van het bedreigen van een getuige. 'De mensen die hebben gepraat, sla ik de schedel kapot', zou hij tegen de getuige hebben gezegd. I. ontkent dit. Aangezien het niet bewezen kan worden, wordt I. daar niet voor veroordeeld.

Illegaal?

Tijdens het verblijf van Azim A. in de Selwerder studentenflat maakte John V. vlogs. Op één van de filmpjes zegt Rutchendell I.: 'Ik zit hier met de meest gezochte Turk van Nederland'. V. heeft niet het idee dat hij iets illegaals deed door Azim A. onderdak te bieden: 'Op dat moment was nog niet duidelijk of hij de schutter was. Een verdachte blijft een verdachte toch?'

Azim A.: het gevonden wapen was van mij

Azim A. die is opgeroepen om te getuigen, laat weten dat hij niet de hele tijd in de studentenflat heeft gezeten. 'De ene dag was ik daar, de andere niet.' Hij zegt dat hij V. onder druk heeft gezet om daar te mogen blijven. Hij zou er niet hebben overnacht. Waar wel wil hij niet zeggen.
A. geeft toe dat het wapen dat in de kamer werd gevonden, van hem is. 'Toen het arrestatieteam binnenviel, heb ik het op een stapeltje kleren gegooid.'