Door de mand: Kees Vlietstra heeft alles over voor de eerste prijs

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
'Het is tijd dat we onze goaltune weer eens gaan horen.' Zo eindigde FC Groningen coach Danny Buijs afgelopen vrijdag de persconferentie in de aanloop naar de thuiswedstrijd tegen AZ.
De goaltune van de FC, voor de mensen die het inmiddels vergeten zijn, is het Grunnens Laid van Rooie Rinus en Pé Daalemmer.
Gelukkig heeft het nummer vanmiddag eindelijk weer eens door de Euroborg geschald. Wel drie keer te weinig voor de overwinning maar vooruit, het begin is er.
Het Grunnens Laid blijft hoe dan ook een heerlijk nummer. De Volkskrant heeft in 2014 eens onderzoek gedaan naar de muziekkeuzes bij de toenmalige eredivisie clubs. De FC gaf toen als toelichting dat men 'met herkenbare tunes een thuisgevoel' probeert te creëren. Mooiste goaltune, na die van Pé & Rinus natuurlijk, blijft voor mij trouwens 't Woanskip van Anneke Douma bij SC Cambuur. Heerlijk cult.
Sport en muziek, muziek en sport. Onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het was afgelopen week een mix van emoties op sportief muzikaal gebied.
Een dag na het afschuwelijke spoorongeluk in Oss waarbij vier kinderen om het leven kwamen werd de voetbalwedstrijd TOP Oss-Sparta gespeeld. Voor aanvang van dit beladen duel werd het nummer 'Tears in heaven' van Eric Clapton - een nummer dat hij schreef voor zijn omgekomen zoontje - gedraaid. Bij de indrukwekkende beelden op tv kijk ik met betraande ogen naar mijn jongste zoon die op de bank heel geconcentreerd een toastje met brie aan het kleien is.
Weer een dag later werd Liverpool FC voor aanvang van hun wedstrijd tegen Southampton naar voren gezongen, en dat doen ze nog steeds massaal daar op Anfield want 'you'll never walk alone'.
Misschien nog wel mooier, want meer cult, is de intro bij West Ham United, 'I'm forever blowing bubbles'. Duizenden volwassen mannen, gehuld in het klassieke corpsrood-blauwe clubshirt, zitten vlak voor aanvang van de wedstrijd van hun Hammers te multitasken: zingen, bier drinken en bellen blazen. Helden.
In eigen land was het woensdag muzikaal genieten. In de rust van Ajax-AEK Athene was de Johan Cruijff Arena ineens een poptempel. Ky-Mani Marley, de zoon van de legendarische Bob, zong Three Little Birds en de Ajax-fans zongen massaal mee met het nummer van Marley senior. Ky-Mani droeg een oversized Ajax shirt en een microfoon die niet op 'on' stond. De Ajax supporters stonden wel aan. Kippenvel.
Door die playback act van Marley jr. zat ik via de tijdmachine van Henny Huisman ineens weer in de bomvolle kantine van de Groninger korfbalvereniging Nic. Een zaterdagavond eind jaren negentig. Playbackshow. Na jaren onderin het rechterrijtje te zijn geëindigd met acts van onder andere Neil Diamond, Udo Jürgens en Raymond van het Groenewoud was het tijd voor een serieuzere aanpak. Goed gekeken naar de benchmark. Ik moest om te winnen van solo naar boyband. In de weken voor de playbackshow heb ik heel precies de casting verzorgd. Iedereen wilde in mijn groepje, stelletje golddiggers. Heb hele goede vrienden moeten teleurstellen. Kwaliteit ging voor vriendschap. Heeft me dan ook veel relaties gekost, maar ik was in die tijd bezeten. Als ik geen prijzen kon winnen met het korfballen dan moest het maar met de playbackshow. Alles over voor de eerste prijs. Uiteindelijk bleven vage kennissen Sven, Roelof, Wim en Mike over. De dikke, de kleine, de rooie, de lange en de dunne. Het werd Kinderen voor Kinderen met het nummer 'En ik'. Wekenlang in het geheim gerepeteerd op mijn studentenkamer. Zo werden we een ijzersterk team. Samen zoveel krachtiger dan alleen. Ik ken de tekst nog uit mijn hoofd:
'De mensen zitten eigenlijk fantastisch in elkaar,Maar tevreden zijn ze nooit, dat is wel raarEn ik, en ik, en ik,(Mike) Ik ben zo mager als een lat,Ben zo bang om te verdwijnen door het afvoergat.En ik, en ik, en ik,(Wim) ik ben zo lang, ik ben zo lang,voel me langer dan de allerlangste brandweerslang.En ik, en ik, en ik, (Steller dezes) Ik ben zo rood, ik ben zo rood,zou wel willen dat de kapper me eens overspootEn ik, en ik, en ik,(Roelof) ik ben zo klein, ik ben zo klein,ik zou zo allemachtig graag een beetje groter zijn.En ik, en ik, en ik,(Sven) Ik ben te dik.(Allen) Vuurtoren, Spillebeen!Onderdeur, Lange lijs!Pompoen!Je moet er maar om lachen er is toch niks aan te doen.'
Het leverde uiteindelijk terecht goud op. We waren na de uitspraak van de juryvoorzitter, culturele duizendpoot én aanvoerder van het vijfde Klaas 'Knillis' Hofstra, door het dolle heen. In de bestuurskamer, die dienst deed als kleedkamer annex darkroom, hebben we ons succes uitbundig gevierd met groupies, drank en snuisterijen. Die after party werd ook direct onze ondergang. Het succes steeg ons naar het hoofd en één ieder; de dikke, de kleine, de rooie, de lange en de dunne ging het jaar erop zijn eigen weg. Solo. Kansloos.
Eigenlijk was de teloorgang van onze boyband omgekeerd evenredig aan de heen- en terugwedstrijd van de basketballers van Donar afgelopen week in de voorronde van de Champions League. Van deceptie naar succes. Van solo naar team. Donderdag speelde Donar in Kosovo tegen Prishtina. Donar werd weggespeeld. De live stream met Kosovaars commentaar was heerlijk chauvinistisch. Donar werd overklast. De startende vijf; de lange, de hele lange, de snelle, de hele hele lange en de krullebol speelden niet als team maar als vijf individuen. Donar verloor met maar liefst twintig punten verschil. Er zat geen muziek in.
In de dagen die volgden sprak Donar coryfee Martin de Vries de spelers én toeschouwers moed in. Twintig punten lijkt veel maar is opgedeeld per kwart maar vijf punten volgens Mister Donar. En dat is te doen. Het wordt a hell of a job maar het is te doen. Martin zong voor de muziek uit. Groningen ging er weer in geloven. MartiniPlaza zat weer (bijna) bommetjevol. Via de live stream, met deskundig en bevlogen commentaar van Hein Gert Triemstra (mocht coach Braal ooit weggaan dan staat wat mij betreft zijn opvolger al klaar) volgde ik de wedstrijd. Zat thuis in eerste instantie analytisch voor de tv en keek over de schouders van Grietje Pasma, die traditiegetrouw op de eerste rij achter de spelersbank van Donar zat, mee naar de aanwijzingen van coach Braal tijdens de time outs.
Basketbal is trouwens dé sport van de muziek intro's. De speaker annex dj kan met de juiste tune een hal op de kop zetten, het publiek laten staan. Achter de ploeg laten staan. Een thuisgevoel creëren. En jawel, het team naar voren dirigeren.
En Donar ging naar voren. En hoe. De Vries kreeg gelijk. En hoe. Donar danste en swingde terwijl Prishtina vooral uit de maat bewoog. Met kunst en vliegwerk presteerde Donar het onmogelijke. Winst met maar liefst vijfentwintig punten verschil. Juichend stond ik op, sloot de gordijnen, zette via YouTube het Grunnens Laid op en maakte in mijn eentje een dansje in de kamer. Mijn jongste zoon keek op van zijn iPad. 'Doe maar niet, pap.' Wat kan het leven toch mooi zijn.

Kees Vlietstra