Waterschapsbelasting op schop: Boeren en natuurorganisaties gaan meer betalen

Een boer sproeit zijn land
Een boer sproeit zijn land © Jannes Wiersema (archief)
Het stelsel voor de waterschapsbelasting gaat op de schop. Door meer gebruik te maken van het principe 'de vervuiler betaalt' moet de verdeling van lasten eerlijker worden.
Al in 2004 onderzocht de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hoe de berekening tot stand kwam. De conclusie was dat het wel eerlijker kon.
Daarop is de Unie van Waterschappen aan de slag gegaan. Hierin zijn de 21 waterschappen in ons land vertegenwoordigd. Er liggen nu voorstellen op tafel om de verdeling aan te passen.

Opbouw waterschapsbelasting

De waterschapsbelasting bestaat altijd uit twee of drie delen. Voor huurders zijn dat er twee: de ingezetenenbelasting (een vast bedrag, afhankelijk van hoeveel mensen er op het adres wonen) en de zuiveringsheffing, de belasting voor het zuiveren van je afvalwater.
Woningeigenaren en grondbezitters hebben daar nog een derde belasting bij: de eigendomsbelasting. Die is gerelateerd aan de waarde van je huis of grond. En daar wordt nu aan gesleuteld.
Boeren gaan meer betalen en huizenbezitters minder
Harm Küpers-directeur Waterschap Hunze en Aa's
'De grootste verandering hierin is dat de verdeling tussen 'gebouwd' (huizen en bedrijven) en 'ongebouwd' (eigenaren van grond) wordt aangepast. Deze zogenaamde grosso mode betekent dat dat boeren meer gaan betalen, en huizenbezitters minder', vat directeur Harm Küpers van Hunze en Aa's het samen.

Natuurorganisaties

Ook natuurorganisaties moeten dieper in de buidel tasten, als het aan de Unie ligt. Küpers: 'Die kregen bij de vorige aanpassing een flinke korting. Ze hoeven nu maar een paar procent te betalen ten opzichte van bezitters van landbouwgrond. Dat wordt straks vijf, zes keer zoveel.'
Toch heeft Hunze en Aa's een aantal aanpassingen voorgesteld op het plan. 'Omdat je de belasting gaat veranderen, vinden er verschuivingen plaats. Met name voor landbouw en natuur heeft het consequenties, dus denk na over een overgangstermijn, zodat mensen kunnen wennen', stelt Küpers voor.
Het waterschap heeft 85 miljoen euro per jaar nodig. Daar verandert niks aan
Harm Küpers-directeur Waterschap Hunze en Aa's
Verder vindt hij dat de korting die de natuurorganisaties krijgen ten opzichte van boeren nog niet groot genoeg. 'De Unie heeft 70 procent korting voorgesteld ten opzichte van landbouwgrond, wij zeggen 80 procent. Dat verschil moet bijgelegd worden. In het Unie-voorstel wordt het verdeeld over alle partijen, wij zeggen doe dat door de gebruikers van de natuur, in dit geval de burgers.'

Onder de streep

Wat van belang is volgens Küpers, is dat er onder de streep niks verandert. 'Het waterschap heeft een bepaald bedrag nodig om zijn werk te kunnen doen. Dat is 85 miljoen euro per jaar. Daar verandert niks aan. Wat hier wordt aangepast, is de verdeling boven de streep.'
Op 21 oktober vergadert de Unie van Waterschappen over de adviezen. Daaruit volgt een advies voor de minister. Dat wordt eind december eerst nog weer aan de waterschappen voorgelegd, voordat het naar de minister gaat.
Het nieuwe stelsel moet in 2022 ingaan.