Onderzoek naar kleine martersoorten: 'Het zijn gewoon belangrijke dieren'

De provincie Groningen laat onderzoeken hoe het is gesteld met de kleine martersoorten wezels, bunzings en hermelijnen.
In zes verschillende landschappen in de provincie worden vijftien cameravallen met lokaas geplaatst waarmee de dieren geobserveerd en geteld kunnen worden. Die camera's staan in een gebied van vijf bij vijf kilometer.

Sardientjes als aas

'Die verstoppen we in de bosjes. En we leggen er een blikje sardientjes in als aas', legt onderzoeker Edo van Ugchelen uit. 'In dat blikje prikken we één gaatje, waar de marters aan willen ruiken. Dan staan ze net lang genoeg stil om een foto te maken. We laten het twee weken staan en daarna gaan we kijken wat er op de camera staat.'

Flink karwei

De eerste resultaten zijn er al. 'Behalve een paar duizend foto's van muizen, hebben we er ook bunzingen op gevonden. Nog geen andere marters, maar we hebben ook nog niet alles goed doorgekeken. Het is echt een heel grote klus, want gemiddeld hebben we per camera tweeduizend opnames.'

Nut van het onderzoek

Waarom wil de provincie eigenlijk weten hoe het is gesteld met de kleine martersoorten? 'Dit is een soortgroep waar eigenlijk nooit naar gekeken is', zegt Van Ugchelen.
'Ze zijn belangrijk om controle te houden over de knaagdierpopulaties. Ze kunnen plagen van muizen en ratten voorkomen. Het zijn gewoon belangrijke dieren.'